Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Marco Kamphuis: Eeuwige zomer

  •  
27-07-2014
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
73 keer bekeken
  •  
Column-Marco.jpg
Ik mis de tortelduif. Eigenlijk moet ik zeggen: de zomertortel. Zo wordt hij tegenwoordig genoemd. Dat is een uitstekende benaming, want samen met de gierzwaluw is hij verantwoordelijk voor het geluid van de zomer. Althans, dat wás hij. Want ik mis hem.
Als enige duifachtige is hij een trekvogel. Eind april, begin mei komt hij terug uit Afrika. Zijn postuur lijkt op dat van de Turkse tortel. Ik ga het verschil in verenkleed niet beschrijven, want u ziet hem waarschijnlijk tóch niet. Verscholen tussen de bladeren laat hij onafgebroken zijn eentonige roep horen: ‘toerr-toerr...’ Aan de vogeltaal worden verschillende functies toegeschreven, zoals: verdediging van het territorium en het versieren van een partner. Vergeet dit allemaal als het om de tortelduif gaat. Die zit gewoon te mediteren.
Jac. P.Thijsse heeft in verband met de tortelduif geschreven over een ‘stem zonder lichaam’. Ten eerste omdat je hem wel hoort maar zelden ziet, net als de koekoek. Ten tweede omdat je niet kunt bepalen uit welke richting het geluid komt - opnieuw zoals bij de koekoek, of de roerdomp.
De tortelduif is bescheiden, op het deemoedige af. Terwijl een zingende merel zich op de nok van een dak in postuur zet - dit is opera, hij moet en zal de hele zaal plat krijgen - is de tortelduif het gelukkigst wanneer hij onder het bladergewelf anoniem zijn psalm opzegt.
De populatie is in Nederland hard achteruitgegaan. De tortelduif staat nu als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst, maar vroeger, in de jaren zeventig, toen ik opgroeide, was het ‘toerr-toerr’ alomtegenwoordig. De zomervakantie van de basisschool duurde in die tijd eindeloos en het landerige tortelen van de duiven leek mijn verveling nog te verdiepen. Want ik bezat toen nog de gelukzalige gave me te vervelen.
Om in de lege dagen die zich aaneenregen iets te doen te hebben, ging ik naar het openluchtbad. Ik zwom maar een paar minuten; je moest oppassen niet kopje onder te gaan door grotere jongens die zich Tarzan waanden zodra er een meisje naar ze keek en zich dan blindelings van de duikplank stortten, of met een boven water gehouden, woest van links naar rechts draaiend hoofd zogenaamd de borstcrawl zwommen. Liever lag ik met mijn bibliotheekboek op de speelweide, kauwend op de dropsleutel die ik na lang wachten in de rij voor de snoepkraam had bemachtigd. Ik bestudeerde torretjes op het gras rondom mijn badlaken. Het terrein van het zwembad werd omzoomd door hoge populieren, waarin tortelduiven nestelden. Het gejoel bij het bad, het snerpende fluitje van de badmeester, de metalige stem van de omroeper wanneer er een kind was zoekgeraakt - die geluiden vermengden zich met het gebrom van een hommel, het ruisen van de populieren en het mijmeren van de duiven wanneer ik mijn ogen sloot tegen de felle zon.
Vorig jaar heb ik welgeteld één keer de tortelduif gehoord, op Walcheren, in de duinen. Maar toen was het gevoel van die eeuwigdurende zomervakanties ook meteen helemaal terug.
  • Beluister de column 
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor