Botten van mammoeten en andere fossiele zoogdieren die bij de zandwinning voor de Tweede Maasvlakte worden gevonden, gaan naar het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. Dat hebben het Havenbedrijf Rotterdam en het museum afgesproken.
Ronald Paul, de directeur projectorganisatie van de Tweede Maasvlakte, zal dinsdag het eerste fossiele bot aan museumdirecteur Jelle Reumer overhandigen. Het is het 133 centimeter lange dijbeen van een wolharige mammoet, de grootste die ooit werd gevonden op Nederlandse bodem.
Op de Noordzeebodem worden veel fossielen gevonden uit de prehistorie, waaronder die van de wolharige mammoet, het steppenwisent en het reuzenhert. Tot 10.000 jaar geleden was het zuidelijk deel van de Noordzee een uitgestrekte koude steppe.
Overblijfselen van diersoorten die daar toen voorkwamen, worden nu van de zeebodem opgezogen en opgevist. Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam bezit al een omvangrijke collectie van ijstijdfossielen. Door de afspraak met het havenbedrijf kan de verzameling worden uitgebreid.