In de periode van 1967 tot 2004 zijn de concurrentieverhoudingen tussen twee soorten stekelbaarsjes in Limburgse beken omgedraaid. De kanalisatiewerken uit de zeventiger jaren zijn hier waarschijnlijk indirect verantwoordelijk voor, maar het precieze mechanisme ligt wat minder voor de hand. Verandering in ijzergehalten door de inlaat van Maaswater is de drijvende kracht achter deze verschuiving. Dit concluderen Brabantse en Nijmeegse ecologen in een wetenschappelijk artikel dat binnenkort in Aquatic ecology zal verschijnen.
Verandering
Naast de driedoornige stekelbaars komt in ons land nog een tweede soort voor, de tiendoornige stekelbaars. Vroeger was de tiendoornige stekelbaars oppermachtig in Limburgse beken in de Peelregio. Op veel plekken was het de enige soort. Als de driedoornige stekelbaars al aanwezig was dan moest hij de beek delen met de tiendoornige stekelbaars. Na normalisatie van de beken is daarin verandering gekomen: de driedoornige stekelbaars is sterk uitgebreid tot diep in het bolwerk van de tiendoornige stekelbaars.
Vrijwilligers
Uniek aan deze studie is de lange meetreeks die hiervoor gebruikt is. De gegevens die in de analyse zijn betrokken spannen bijna vier decennia, waarbij veel recente gegevens door vrijwilligers zijn verzameld. Onderzoeker Wilco Verberk van Stichting Bargerveen gebruikte deze unieke reeks waarnemingen om de gevolgen van de beeknormalisatie op de concurrentieverhoudingen tussen beide stekelbaarzen te reconstrueren. De grote normalisatiewerken van de beken stammen van midden jaren 70. Destijds zijn beken verdiept en verbreed ten behoeve van de landbouw. Vervolgens zijn ze bovenstrooms aangetakt op de Maas, omdat ze anders in de zomerperiode droog zouden komen te staan.
Ademhalingsproblemen
Uit de analyse van zowel de verspreidingspatronen als de eigenschappen van beide soorten bleek dat verschillen in opgelost ijzer vroeger verantwoordelijk waren voor de scheiding tussen de stekelbaarzen. De invloed van ijzerrijke kwel is later verminderd door doorspoeling met Maaswater. Omdat in water opgelost ijzer neerslaat op de kieuwen kunnen vissen moeilijker zuurstof opnemen. Bij hoge ijzerconcentraties leidt dit tot acute ademhalingsproblemen. Beide soorten stekelbaarzen verschillen in hun tolerantie voor zuurstofarme condities. De tiendoornige stekelbaars is hiertegen beter bestand en kan daarom voorkomen in beekwater met relatief hoge ijzergehaltes. Deze tolerantie heeft wel een prijs: de tiendoornige stekelbaars is door haar zuinige levensstijl minder actief, legt minder eieren en verliest daarom onder minder stressvolle omstandigheden (lagere ijzergehaltes) de competitie met de driedoornige stekelbaars. Door de afname van ijzergehaltes in de Limburgse beken kon de driedoornige stekelbaars daarom gemakkelijk doordringen in het bolwerk van de tiendoornige stekelbaars.
Natte natuur in beekdalen
Deze studie geeft extra onderbouwing voor de ontwikkeling van natte natuur in beekdalen, zoals moerassige kwelzones. Daarmee krijgt de habitatdiversiteit in het stroomgebied een impuls, wat de soortenrijkdom ten goede komt. De stekelbaarsjes laten zien dat hierbij niet alleen de dingen die we kunnen zien van belang zijn (structuurverschillen, variatie in stroomsnelheid, etcetera), maar ook dingen die minder zichtbaar zijn, zoals waterchemie, waaronder veranderingen in ijzergehaltes.