In 1992 kreeg aannemer Johan Huibers te Broek op Langendijk een visioen. Hij moest de ark van Noach nabouwen. Inmiddels heeft hij een replica van de Ark gereed, half zo groot als de Ark uit de Bijbel. Met het schip vaart hij door Nederland. Het heeft al in Amsterdam gelegen en is onlangs van Amsterdam naar Drachten gevaren.
Huibers wil met die Ark ons erop wijzen dat indertijd zo’n reddingsboot heeft gevaren met alle ons nu bekende dieren daarin aan boord, zoals ik hem bij Pauw en Witteman heb horen zeggen. Dit is een even interessante als gewaagde veronderstelling. Er zijn thans tien miljoen diersoorten. Al wat in zee leeft, hoeft niet door zo’n Ark gered te worden, dus je houdt vijf miljoen diersoorten over.
Van elk rein diersoort nam Noach zeven paartjes mee en van de onreine één paartje. Hoeveel reine diersoorten er zijn is vanuit de Bijbel niet te bepalen, maar zelfs als we van elke diersoort één paartje in de Ark onderbrengen, betekent dat dat er twee maal vijf miljoen, is tien miljoen dieren in de Ark zaten. Gegeven de bijbelse afmetingen van die Ark is dat totaal uitgesloten. Die Ark zou dan ongeveer vijftigduizend keer zo groot hebben moeten zijn.
Maar goed, laten we ons eens even voorstellen dat je ruim vijf miljoen paartjes inlaadt in zo’n Ark. Stel dat je per paartje één minuut nodig hebt om ze aan boord te krijgen. Op een dag laad je dan in zestien uur, in het donker kun je uiteraard moeilijk laden, krap duizend paartjes in.
Wil je vijf miljoen paartjes laden, dan ben je daar, zon- en feestdagen niet meegerekend, zestien jaar mee bezig. Misschien zegt Huibers: Noach kon zo’n paartje in een halve minuut laden. Akkoord, dan ben je acht jaar aan het laden. Hij laadde een paartje in een kwart minuut zegt Huibers. Mij best, we gaan ervan uit dat Noach vier jaar geladen heeft, hoewel ik vijftien seconden per paartje krap bemeten vind, zeker bijvoorbeeld bij de walrus.
Maar als Noach vier jaar laadde, doemt toch een eigenaardig logistiek probleem op. De meeste diersoorten leven veel korter dan vier jaar, de ééndagsvlieg zelfs maar een dag. Dus laad je vier jaar, dan is van al wat je reeds hebt ingeladen 80% dood. Alle ratten, alle muizen, alle muggen, alle kleine vogelsoorten en nog zo’n honderdduizend andere soorten.
Dan nog iets: Johan Huibers zei bij Pauw en Witteman dat in die Ark elk dier heeft gezeten, wat wij nu nog kennen. Als dat waar is, zijn dus ook de schaamluis, de hoofdluis, het platje, de lintworm en de spoelworm ingeladen. Organismen die niet vrij bestaan, maar in of op een ander organisme leven. Noach en zijn vrouw en zijn drie zoons en drie schoondochters zaten dus onder de schaamluizen, de platjes en de lintwurmen. Sterker nog, er zijn ongeveer tweehonderd specifiek op de mens parasiterende organismen. Die zaten dus ook allemaal in de Ark. Op of in Noach en zijn familieleden.
Ja, ho, maar als jij zo’n tweehonderd parasieten mee moet nemen met acht mensen, heb je per mens vijfentwintig parasieten op je lijf of erin. Ze zijn niet allemaal gevaarlijk, maar de meeste wel en als je vijfentwintig parasieten herbergt, dan word je binnen de kortste keren doodziek.
Nee, Johan Huibers, die Ark van Noach, dat is volstrekte onzin. Toer je daarmee rond, dan maak je jezelf grenzeloos belachelijk. Dan bewijs je dat je nog nooit, ook maar één seconde hebt nagedacht over de logistieke problemen die zo’n opmerkelijke operatie met zich mee brengt.
Nu lijkt me deze overigens buitengewone aimabele Huibers niet iemand die ooit ergens over heeft nagedacht. Eigenlijk is hij te dom om een mens genoemd te worden, maar misschien nog net te slim om een chimpansee genoemd te kunnen zijn, want ja, hij praat wel.
Wat is Johan Huibers dus? Hij is de missing link tussen mens en chimpansee, waar we al zo lang naar op zoek zijn. Met zijn tocht bewijst hij Darwins evolutie-theorie.