Maarten Frankenhuis: Een kamerdebat waard
• 06-06-2008
• leestijd 2 minuten
Graag attendeer ik u op een ethische dilemma, dat in nauwe relatie verkeert met de resultaten van zeer recent wetenschappelijk onderzoek.
Ter inleiding: geslachtelijke voortplanting staat garant voor een oneindige variatie in het nageslacht. Op eeneiige tweelingen na zijn alle nakomelingen van mensen, dieren en planten, die uit paring tussen mannetjes en vrouwtjes, resp. mannelijke en vrouwelijke planten zijn voortgekomen, verschillend. Deze verschillen maken, dat als de leefomgeving verandert of nieuwe belagers hun opwachting maken, er altijd wel individuen zijn die zich aan die veranderde situatie kunnen aanpassen. Individuele mensen, dieren en planten die dat niet kunnen ‘halen soms de eindstreep niet’ of zullen geen of minder goed aangepaste nakomelingen krijgen. In ieder geval moeten ze het vaak afleggen tegen het nageslacht van individuen die beter zijn aangepast aan de nieuwe leefomstandigheden.
Seks is dus zinvol en beslist niet van vandaag of gisteren. Het moet al miljarden jaren geleden zijn geweest dat bacteriën en andere eenvoudige eencellige organismen erfelijk materiaal begonnen uit te wisselen. Vermoed wordt dat geslachtelijke voortplanting is voortgekomen uit een geavanceerd DNA-reparatie mechanisme. Een soort fietsenmaker voor onze chromosomen dus.
Wie had ooit kunnen vermoeden dat het zo leuk zou worden.
Toch lijkt dit alles aan sommige soorten raderdiertjes voorbij te zijn gaan. Zij doen als enig levend meercellig wezen niet aan seks. Mannetjes bestaan niet.
Ongezellig en in principe ook niet zonder risico. Want hiervoor hoorde u al dat seks garant staat voor de uitwisseling van erfelijk materiaal waarmee defecten in de eigen genen worden geëlimineerd dan wel worden gerepareerd.
Zeer onlangs is men er echter achter gekomen dat de vrouwelijke raderdiertjes van de bovengenoemde soort weliswaar niet aan seks doen, maar wel letterlijk genen uit bacteriën, schimmels en planten inlijven. Vermoedelijk ter reparatie van defecte, eigen onderdelen.
Tot nu toe was een dergelijke horizontale overdracht van erfelijk materiaal, een soort paring tussen verschillende soorten dus, alleen gezien bij sommige parasiterende en zeer primitieve eencellige organismen.
Voor de ChristenUnie vast en zeker een verwerpelijke variant van bestialiteit.
Op z’n minst een kamerdebat en Europees hoongelag waard.