De loopkever wordt al lang en uitgebreid bestudeerd. Dit mini monster wordt namelijk gezien als de thermometer van de natuur. In het Drentse Dwingelderveld loopt het oudste loopkeveronderzoek ter wereld.
Thermometer van de natuur
In Nederland komen zo’n 250-300 soorten loopkevers voor. Het is een goede naam voor een kleine beestje, want ze blijven lopen. In het mooie Drentse natuurgebied het ‘Dwingelderveld’ vindt al sinds 1959 onderzoek plaats naar deze dieren. In 2009 was hier de internationale loopkeverconferentie. Waarom zoveel aandacht voor dit kleine grut? Belangrijke reden hiervoor is dat loopkevers dé indicatiesoort is bij uitstek. Dat wil zeggen, dat je aan het kleine dier kan zien hoe het bijvoorbeeld staat met de bodemgesteldheid.
Het jarenlange onderzoek laat onder andere zien dat de zuidelijke loopkeversoorten in Nederland het steeds beter doen, beiden zich uit door het veranderende klimaat (warmere lentes), terwijl de noordelijke loopkevers het steeds moeilijker krijgen.
Goudrandloopkever
Over het algemeen geldt dat het aantal soorten (vooral bijzondere soorten) loopkevers in deze Drentse heidegebieden achteruitloopt. De goudrandloopkever is hierop een uitzondering. Deze kever doet het in het Dwingelderveld beter dan ooit.
Oorzaken voor de achteruitgang zijn verschraald landschap, klimaatverandering, vermesting en verzuring van de hei door de toenemende intensieve veehouderij (vooral jaren '70 en '80). De vermesting zorgde voor hogere vruchtbaarheid in de bodem en tot vergrassing en dat zijn niet de beste omstandigheden voor de meeste loopkevers.
Eind september is de 16e internationale loopkeverconferentie, in Praag.