In de Amsterdamse IJ heerst een heuse kwallenplaag. Miljoenen zogeheten Amerikaanse ribkwalletjes vertoeven in het water. Dat heeft stadsecoloog Martin Melchers maandag bekendgemaakt naar aanleiding van een bericht in het Parool.
Volgens de ecoloog is het kwalletje, dat tweeslachtig is en dus zichzelf kan bevruchten, vijf á zes jaar geleden voor het eerst meegereisd met het ballastwater van schepen uit de richting van de Atlantische kust.
De ribkwallen zijn niet gevaarlijk voor mensen, wel voor vissen. Ecologisch gezien kan deze kwal grote schade aanrichten. Hij eet namelijk alle jonge visjes uit het water. Grote schade in het IJ ziet de ecoloog nog niet snel gebeuren. ,,In het IJ is diep, ondiep, brak en zoet water aanwezig. De ribkwal houdt met name van brak water. Vissen die naar het zoete deel zwemmen, lopen dus geen risico gevangen te worden door de kwal'', aldus Melchers.
,,Een visser heeft tijdens het binnenhalen van zijn netten kilo's aan kwallen meegenomen'', zegt de ecoloog. ,,Je kunt de kwal met het blote oog zien, maar niet vangen. Het lijkt alsof je een hoop snot vasthoudt, zo teer en waterig zijn ze.''