Vrijwilligers van het Atlantikwall Museum Scheveningen stuitten op 24 juli 2011 tijdens het uitgraven van een zogenaamde toiletbunker op een merkwaardig voorwerp. In de beerput onder de bunker vonden ze tussen het puin een half gemummificeerde krokodillenkop. De kop moet daar al heel lang hebben gelegen, want kort na de Tweede Wereldoorlog werd de bunker dichtgegooid met zand. Sindsdien is de ruimte niet meer open geweest. Hoe de krokodillenkop precies in de bunker is beland is giswerk. De opmerkelijke vondst is nu te zien in museum Naturalis in Leiden.
Tim de Mos, projectcoördinator bij de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen, vermoedt dat Duitse militairen de geprepareerde kop destijds hebben meegenomen uit een van de nabijgelegen villa’s, waar het mogelijk als sierstuk aan de wand hing. Waarschijnlijk heeft de krokodillenkop vervolgens een tijdje in een van de woonbunkers aan de muur gehangen. Vlak na de overgave in mei 1945 hebben de Duitsers de bunkers in Den Haag en omgeving verlaten. Daarna hebben de Canadese gezagstroepen de bunkercomplexen samen met de Prinses Irene Brigade ontwapend. Ergens in die periode moet de krokodillenkop in de gierkelder zijn gedumpt, voordat de ingang met zand werd afgesloten.
Door het lange verblijf in de stoffige en vochtige bunker verkeerde de krokodillenkop in een slechte staat. Experts van Naturalis hebben de kop voorzichtig schoongemaakt, en losgeraakte tanden zijn weer in de kaak vastgezet. Na vergelijking met diverse schedels uit de collectie van Naturalis is de conclusie dat het een zeekrokodil (Crocodylus cf. porosus) betreft. De krokodil komt vermoedelijk uit de omgeving van Nieuw Guinea.
De krokodillenkop is waarschijnlijk ooit als curiositeit aangeschaft. Destijds bestonden er nog geen regels voor het kopen van opgezette dieren. Tegenwoordig zijn voor producten van krokodillen, gefokt of uit het wild, speciale vergunningen nodig.
In museum Naturalis in Leiden is de krokodillenkop de komende maanden zeven dagen per week van 10.00 tot 17.00 uur te bezichtigen.