Kraanvogels worstelen met droog 2017
• 28-08-2017
• leestijd 2 minuten
© Fotograaf: belterman
Al jaren hebben de kraanvogels in Nederland een mooie stijgende lijn te pakken. Maar 2017 was een lastig jaar. Hoewel er een recordaantal van 22 paren werd geteld, vlogen er uiteindelijk slechts 9 jongen uit. In Drenthe en Friesland was het broedsucces zeer matig. Gelukkig pakte het in nieuwe gebieden in Overijssel en Gelderland iets gunstiger uit.
In Nederland broeden kraanvogels in hoogvenen, natte heidevelden en bossen met heide en vennen. Ze hebben rust, ruimte en nattigheid nodig. Maar het was droog in 2017. Broedplaatsen vielen droog, werden verlaten en nalegsels bleven nagenoeg uit. De droogte maakte zelfs in natte hoogveengebieden broedplaatsen ongeschikt. Nesten werden daardoor extra kwetsbaar en bereikbaar voor roofdieren.
Fochteloërveen blijft belangrijk
De meeste kraanvogels zaten in het Fochteloërveen, op de grens van Drenthe met Friesland (acht paren) en in het Dwingelderveld in Drenthe (vier paren). Uiteindelijk brachten slechts drie paren een kuiken groot, één in het Dwingelderveld en twee in het Fochteloërveen. In het Drents Friese Wold broedden twee paren waarvan één paar uiteindelijk twee kuikens grootbracht.
Herman Feenstra van Vogelbescherming houdt al jaren de vinger aan de pols van de Nederlandse kraanvogels. Hij is blij met de groei van het aantal kraanvogels, maar zag dat het dit jaar moeizaam ging. “De droogte heeft de kraanvogels echt parten gespeeld. Er werden nesten leeggeroofd door roofdieren en een aantal kraanvogels begon überhaupt al niet aan een nest, omdat het te droog was. Zo werden enkele broedplekken uit 2016 dit jaar niet bezet.
Te druk voor de kraanvogel
"Maar de enorme recreatiedruk in Nederland speelt ook een rol, zegt Herman. Bijna overal lopen paden of wegen en zijn activiteiten van recreanten, bewoners of gebruikers. Zelfs in grote natuurgebieden moeten kraanvogels geregeld vluchten met hun jongen als recreanten of mensen met loslopende honden te dicht in de buurt komen. Ze hebben daardoor steeds minder tijd om voedsel te zoeken.
Ondanks het moeizame kraanvogeljaar is Herman Feenstra optimistisch voor de toekomst. “Kraanvogels zullen nieuwe gebieden blijven koloniseren. In het natte Nederland zijn nog genoeg geschikte gebieden voor ze te vinden.” Belangrijk volgens Herman is dat er meer rust komt in broedgebieden en op de foerageerplaatsen.