Korstmossen liften mee met geïmporteerde laanbomen
• 03-03-2011
• leestijd 2 minuten
De laatste jaren worden op laanbomen steeds vaker korstmossen gevonden die meegelift zijn vanuit boomkwekerijen in zuidelijk Europa. Het gaat bijna altijd om heel jonge bomen die on-Nederlands rijk met korstmossen begroeid zijn. De plekken waar deze exotische soorten worden gevonden, zijn dan ook bepaald geen natuurgebied, maar eerder een Vinex-wijk of stadscentrum. Onderzoek op een klein aantal locaties heeft uitgewezen dat de soort lange tijd aanwezig kan blijven.
In Nederland komen geen invasieve exoten onder de korstmossen voor. Dat zijn soorten die zich vanuit andere continenten in ons land hebben gevestigd en zich daarna sterk hebben uitgebreid. Het herkennen van aangevoerde korstmossen is dus nog niet zo eenvoudig. Een uitzondering hierop vormen soorten die zich met ingevoerde natuursteen en plantgoed hebben weten te vestigen.
Korstmossen die met aangeplante laanbomen zijn meegekomen, zijn op twee manieren te herkennen. De eerste is dat jonge bomen in Nederland gewoonlijk vrij soortenarm zijn, terwijl uit het buitenland aangevoerde bomen soms juist een zeer rijke begroeiïng hebben. Op bovenstaande foto staat bijvoorbeeld een uit een kwekerij in Zuid-Frankrijk afkomstige Amberboom die in Dronten is geplaatst. De boom heeft een diameter van slechts 15 centimeter en is bedekt met schildmossen en veel Trompettakmos. De tweede manier om aangeplante korstmossen te herkennen is de aanwezigheid van zeer zeldzame soorten. Vooral wanneer op een boom, of een rijtje bomen, meerdere zeldzame soorten voorkomen kan het zijn dat de soorten met de bomen meegekomen zijn. In het geval van de Amberbomen gaat het onder andere om Wimpermos, een soort die in Nederland zeer weinig voorkomt en zich nauwelijks nieuw vestigt.