Koolmezen leggen steeds vroeger eieren
• 05-03-2013
• leestijd 1 minuten
Door klimaatverandering leggen koolmezen steeds vroeger hun eieren. Maar de rupsen die voor de voeding van de jongen onontbeerlijk zijn, komen nog eerder uit hun ei. Daardoor ontstaat een ‘voedingsgat’, dat de overleving van de jonge vogeltjes op het spel zet.
Evolutie
Het is nog maar de vraag of de koolmees en andere dieren en planten de opwarming van het klimaat kunnen bijbenen door genetische aanpassing. Dit aanpassingsproces via natuurlijke selectie in de evolutie, is weliswaar de drijvende kracht achter de overleving van soorten in een veranderende wereld geweest. Toch rijst de vraag of dit mechanisme toereikend is.
Tien jaar
Immers, uit een langlopende studie van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) van koolmezen blijkt dat de vogels de laatste decennia hun eieren elke tien jaar twee dagen eerder leggen. Daarentegen verschijnen de rupsen die in de groeifase van de jonge vogeltjes het hoofdmenu vormen in dezelfde onderzoeksperiode elke tien jaar acht dagen eerder. Daardoor schuiven de pieken van vraag naar en aanbod van rupsen langzaam uit elkaar.
Voordeel
Inderdaad constateren onderzoekers dat koolmezen die vroeg broeden nu in het voordeel zijn. Zij krijgen meer en beter doorvoede nakomelingen die zich op hun beurt een jaar later onder dezelfde warmere omstandigheden weer beter kunnen voortplanten. Zij hebben kennelijk de genetische eigenschappen die zijn aangepast aan het nieuwe milieu. Zo werkt natuurlijke selectie. Maar hoe snel kan een soort zich aanpassen aan de veranderende natuurlijke omgeving?
Bron:
wageningenur.nl