De argusvlinder in 25 jaar tijd met 98% afgenomen in ons land. Microklimaat en voedselkwaliteit lijken de grootste invloed te hebben op deze ‘koningin van de weide’, blijkt uit onderzoek van Michiel Wallis de Vries van De Vlinderstichting en Wageningen University.
Rupsenvoer
Eerst keek Wallis de Vries naar de voedselkwaliteit van het eten van de rupsen. Op de zandgronden waar zij vooral veel voorkomen is de hoeveelheid stikstof toegenomen door onder meer vermesting. Dit leek juist een een positief effect te hebben op de rupsen, want met meer stikstof groeiden ze sneller en werden ze groter.
Zonaanbidder
Het microklimaat lijkt een grote rol te spelen in de afname van de argusvlinder. Ze gedijen het best op plekken waar het in het vroege voorjaar al lekker warm is. Deze plekken worden steeds schaarser in Nederland. Dat is mede een gevolg van de hogere hoeveelheden stikstof: planten groeien daardoor vroeger in het voorjaar, waardoor de zandgronden sneller dichtgroeien. De rupsen hebben het liefst een beetje een open terrein.
Geen einde verhaal
Toch is het nog niet gedaan met de argusvlinder in Nederland. Als de landbouw rekening houdt met de habitatvoorkeuren van de soort met onder meer bloemrijke weiden en warme hoekjes (zoals nu in Friesland gebeurt), kan de argusvlinder behouden worden.