Koningin Beatrix begon haar bezoek donderdag met een bezoek aan het kantoor van de Blauwe Stad, een groot landschapsproject dat in de komende 15 jaar bij Winschoten uitgevoerd gaat worden. De Blauwe Stad bestaat grotendeels uit een meer, dat ontstaat door landbouwgebied in de Oost-Groningse streek Oldambt onder water te laten lopen. Rondom het meer komt een groot natuurgebied en er is ruimte voor de bouw van 1500 dure koopwoningen, die voor een deel al zijn verkocht. De Blauwe Stad is qua oppervlakte vergelijkbaar met de stad Utrecht, aldus een woordvoerster van de provincie, maar er wonen straks dus veel en veel minder mensen.
Koningin Beatrix verrichte de officiële starthandeling van het project door het allereerste water in het toekomstige meer te laten lopen. Voor de majesteit was het de eerste maal in haar arbeidzame leven, dat zij water in een Hollands gebied liet lopen in plaats van het er op de een of andere manier uit te pompen. Met een groepje schoolkinderen bekeek de vorstin hoeveel kracht er achter het instromende water zat.
De koningin kreeg in Winschoten van voor- en tegenstanders van de Blauwe Stad samen een kunstwerk aangeboden, waar zij zichtbaar blij mee was. Het schilderij van een koe en een vis, dat water op het grasland symboliseert, is veilig in de koninklijke bus opgeborgen. Met die bus reisde zij verder door het noordelijkste stuk van Groningen.