Nog nooit vertoond: een verhuizing van een hele populatie wilde konijnen. Bij de sluizen van IJmuiden gaat Rijkswaterstaat een groot deel van het zogenaamde Middensluiseiland-West afgraven om de passage voor grote zeeschepen te vergemakkelijken. Toen ontdekt werd dat er een vrij grote groep konijnen leefde (naar schatting tussen de zestig en honderd dieren) is een reddingsplan opgesteld.
Dé Nederlandse konijnendeskundige is biologe Marijke Drees (inderdaad: een kleindochter van). Zij regelt samen met een groepje studenten de verhuizing en het onderzoek naar de overleving van de konijnen. In overleg met Natuurmonumenten is besloten de circa zestig dieren te vangen en daarna zo snel mogelijk in natuurgebied het Zwanenwater bij Callandsoog uit te zetten. Om de konijnen te mogen transporteren en uit te zetten rond het Zwanenwater heeft Rijkswaterstaat van Dienst Regelingen van LNV een ontheffing gekregen van de Flora- en faunawet.
Er is speciaal gekozen voor het Zwanenwater omdat daar nog maar heel weinig konijnen leven. De dieren zorgen door hun begrazing en graafgedrag voor meer diversiteit in het duin en broedmogelijkheden voor zeldzame vogels als de tapuit.
De dieren worden 's nachts met lekker vers voer (luzerne) in speciaal gefabriceerde houten vangkooien gelokt. Daarvan staan er twintig over het hele schiereiland opgesteld. Als een konijn de val in kruipt dan valt achter het dier de klep dicht. Dat is althans de bedoeling, maar veel konijnen blijken de vallenmaker te slim af: ze komen niet helemaal de kist in, ze strekken zich helemaal uit en laten hun achterpoten buiten, zodat de val niet dicht kan klappen.
Toch zijn er inmiddels al tientallen dieren gevangen en naar Callandsoog vervoerd in lichtdichte zakken. In het donker hebben de konijnen namelijk geen last van stress. Onderzoekers van de Universiteit van Bayreuth hebben op afstand de hartslag van konijnen gemeten. Daaruit bleek dat ze ook in een val geen snellere hartslag hebben, als het maar donker blijft.
Aangekomen in de werkschuur van Natuurmonumenten in het Zwanenwater worden de konijnen snel onderzocht op gewicht en sekse. Dan worden de witte staartjes geverfd (zodat de dieren op enige afstand herkend kunnen worden aan hun kleurcode) en krijgen ze een paar kleine oormerken in. Enkele konijnen worden bovendien van een zender voorzien.
Daarna gaan de dieren (nog steeds in de dichte zakken) naar een valleitje waar bijna geen konijnen meer voorkwamen. Natuurmonumenten heeft daar van natuurlijk materiaal enkele kunstburchten gebouwd waar de dieren in worden losgelaten. Deze ingangen worden afgesloten met hooi zodat de dieren, zodra ze het willen, zich een weg naar buiten kunnen eten. Bij de ingangen staan electronische tellers (Trackmasters) die bijhouden hoe vaak een dier in of uit de kunstburcht gaat. In de praktijk blijkt dat de meeste konijnen al gauw op zoek gaan naar andere holen.
Met behulp van de zenders, de staartcodes (kijk daar gaat rood-blauw!) en de oormerken kunnen de dieren individueel gevolgd worden. Dat zal tot het eind van april gebeuren.
Na half augustus zal Rijkswaterstaat voorafgaand aan de echte afgraving opnieuw konijnen gaan vangen op het Middensluiseiland-west, waarbij een deel van de dieren mogelijk ook weer elders wordt uitgezet. Als er in de tussentijd geen ziektes optreden, dan zal de konijnenpopulatie op het sluizencomplex tegen die tijd namelijk weer omvangrijk zijn. Wat dat betreft is de huidige vangactie weinig zinvol, wel doet Rijkswaterstaat ervaring op met bruikbare vangmethoden en met het elders weer uitzetten van de dieren.
Met behulp van de zenders, de staartcodes (kijk daar gaat rood-blauw!) en de oormerken kunnen de dieren individueel gevolgd worden. Dat zal tot het eind van april gebeuren.
Na half augustus zal Rijkswaterstaat voorafgaand aan de echte afgraving opnieuw konijnen gaan vangen op het Middensluiseiland-west, waarbij een deel van de dieren mogelijk ook weer elders wordt uitgezet. Als er in de tussentijd geen ziektes optreden, dan zal de konijnenpopulatie op het sluizencomplex tegen die tijd namelijk weer omvangrijk zijn. Wat dat betreft is de huidige vangactie weinig zinvol, wel doet Rijkswaterstaat ervaring op met bruikbare vangmethoden en met het elders weer uitzetten van de dieren.