De eikenprocessierups verspreidt zich steeds verder over het land, met alle nare gevolgen voor mens en boom van dien. Hier en daar klonken hoopvolle geluiden dat de rups de huidige relatief strenge winter wel eens niet zou doorstaan. Onderzoekster Silvia Hellingman ging op onderzoek naar eitjes van de rupsen uit. Wat gebeurt er als we na de vorstperioden zo’n eitje opensnijden...
En waarom doet de eikenprocessierups het zo goed in ons land. Een combinatie van factoren: het is warmer geworden, de monocultuur aan eikenbomen langs wegen, en het maaien van bermen waardoor natuurlijke vijanden van de rups zoals de sluipwesp verdwijnen. Bestrijden helpt wel iets en tijdelijk, maar het blijft wel erg makkelijk voor de rups om zich verder te verspreiden. De oplossing moet uiteindelijk komen van een natuurlijke vijand. Een nieuwe bestrijdingsmethode die hierin gaat voorzien wordt nu onderzocht.
Grote groepen processierupsen kunnen eikenbomen volledig kaal eten. Toch ondervinden gezonde bomen weinig hinder van een eenmalige vraat. Meestal krijgen de eikenbomen tijdens de zomer of het volgende jaar opnieuw bladeren omdat de rupsen de knoppen niet eten.
Wie ooit in aanraking kwam met de processierups, zal zich waarschijnlijk de hevige jeukhinder nog wel herinneren. De lange brandharen, die de rupsen bij verstoring loslaten, kunnen bovendien in het lichaam tot ernstige ontstekingen of astmatische reacties leiden! Ze bevatten mierenzuur en zijn voorzien van een weerhaakje. Mensen kunnen langdurig last blijven houden van aanraking met de rupsenharen.