De vergunning om mechanisch op kokkels in de Waddenzee te mogen vissen blijft geschorst. De Raad van State heeft een verzoek om de schorsing ongedaan te maken afgewezen. In de praktijk is hierdoor een einde gekomen aan de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee.
In zijn oordeel verwijst de rechter naar een recente uitspraak van het Europees Hof. Alleen indien er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat de mechanische kokkelvisserij geen schadelijke gevolgen heeft mag er worden gevist. Gezien de grote hoeveelheid wetenschappelijke informatie waaruit het tegendeel blijkt is dit niet het geval.
De minister van LNV heeft op 20 juli 2004 een vergunning afgegeven waardoor 8 miljoen kilo kokkels uit 69% van de Waddenzee mogen worden weggevist. De Stichting Wilde Kokkels, het Koninklijk NIOZ, Faunabescherming, Natuurmonumenten, It Fryske Gea, Waddenvereniging en Vogelbescherming Nederland hebben hier tegen bezwaar gemaakt. Als gevolg hiervan is de vergunning geschorst.
De Raad van State heeft op 14 september 2004 een eerder verzoek om de schorsing op te heffen afgewezen. De Minister van LNV heeft vervolgens de bezwaarschriften ongeldig verklaard. Door de uitspraak van de rechter blijft de vergunning nu geschorst totdat de Raad van State in een bodemprocedure uitspraak heeft gedaan over deze beslissing.
De betwiste vergunning is geldig tot 16 december 2004. Omdat de bodemprocedure nog minimaal enkele maanden duurt betekent de uitspraak in de praktijk dan ook het einde van de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee.
De uitspraak van de rechter heeft gevolgen voor de kokkelvisserij in Zeeland. De sector is van plan om in de Oosterschelde kokkels te gaan kweken. Het ministerie van LNV dient nu actief aan te tonen dat dit geen negatieve gevolgen heeft voor de natuur in dit Nationaal Park.