Kokerjuffers kunnen beekherstel afmaken
• 20-03-2014
• leestijd 2 minuten
Op woensdag 12 maart zijn in de Heelsumse beek op de Veluwe enkele duizenden larven van de kokerjuffer
Lepidostoma basale
uitgezet. Deze soort speelt een belangrijke rol in de afbraak van grof organisch materiaal, zoals takken en bladeren, en kan zo zorgen voor een beter functionerend beekecosysteem. De reden om de natuur een handje te helpen is dat de meeste beekinsecten zich bijzonder slecht verspreiden. Veel op dit moment geschikte beken kunnen simpelweg niet meer bereikt worden door de soorten die van nature in zo’n beek thuishoren.
De resultaten van veel beekherstelprojecten blijven vanuit biologisch oogpunt achter. Soms is een project te kleinschalig uitgevoerd, zijn niet alle drukfactoren aangepakt of is de hersteltijd te kort geweest. Maar er zijn ook plekken waar deze argumenten niet opgaan. Herstel lijkt daar achterwege te blijven door biologische factoren, zoals een gebrek aan kolonisten. Karakteristieke beekinsecten, zoals haften, steenvliegen en kokerjuffers verspreiden zich namelijk slecht en langzaam. Veel potentieel geschikte plekken kunnen op dit moment daardoor niet bereikt worden, ondanks dat de milieuomstandigheden er geschikt zijn.
Na meer dan een jaar voorbereiding in het veld en het laboratorium, waarin onder andere bekeken is hoe de dieren zich gedragen in hun nieuwe levensgemeenschap en hoe ze het beste verplaatst en uitgezet konden worden, zijn op woensdag 12 maart 2400 larven uitgezet in de beek. De komende jaren zal onderzocht worden hoe deze populatie zich verder ontwikkelt.