Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Kokerjuffer ruimt beek op

  •  
19-03-2014
  •  
leestijd 1 minuten
  •  
230 keer bekeken
  •  
2500 Limburgse kokerjuffers verhuizen van het Meinweggebied naar de Heelsumse beek op de Veluwe. Daar moeten deze larven de waterkwaliteit opkrikken, voordat ze verpoppen tot schietmot. Janine helpt met uitzetten.
Kokerjuffers zijn larven van schietmotten. Ze danken hun naam aan het kokertje dat ze met allerlei materiaal om hun eigen lijf bouwen. Het kokertje beschermt de larve. Het zijn goede bio-indicatoren, want ze komen met name voor in beekjes en slootjes met zuiver water.
Opruimen
Er leven honderden soorten kokerjuffers in Nederland. De Lepidostima basale is een vrij grote kokerjuffer, die vroeger over heel Nederland voorkwam, maar nu enkel in Limburg, in het Meinweggebied. Deze larve leeft in het water en is ongeveer een centimeter lang. Het achterlijf van het dier zit in een kokertje van zandkorrels.
De larven eten de bladeren die in de beek terechtkomen en ook hout, wat voorkomt dat de sloot dichtslibt. Daardoor kunnen kokerjuffers de kwaliteit van een beek verbeteren, en dat kan de Heelsumse beek op de Veluwe wel gebruiken.
Aquatisch ecoloog Ralf Verdonschot van Alterra heeft daarom zo’n 2000 van deze grote larven gevangen in het Meinweggebied. Samen met Janine zet hij de juffers uit, in de Heelsumse beek, onder water op boomwortels. Deze larven moeten de komende maanden hun buikje flink vol eten, voordat ze verpoppen tot schietmot.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor