Klimaatprofessor pleit voor superbrede dijken
• 26-02-2008
• leestijd 3 minuten
Megadijken van wel drie voetbalvelden breed moeten Nederland op korte termijn beschermen tegen het oprukkende water. Hoogleraar klimaatverandering Pier Vellinga, die de regering adviseert, zal binnenkort een uitgewerkt plan met die strekking voorleggen aan de Deltacommissie onder leiding van oud-minister Cees Veerman. Het kabinet zal in september door de commissie worden ingelicht over de kustveiligheid.
Smalle hoge dijken zijn volgens hem volledig uit de tijd. "Waarom maken we onze dijken nog steeds zo ’eng’ smal. Streepjes in het landschap zijn het, meer niet, met zeven miljoen kwetsbare mensen er vlak achter.”
"We hoeven immers niet meer te slepen met kruiwagentjes zand om dijken aan te leggen. Het opspuiten van grote hoeveelheden zand is tegenwoordig relatief goedkoop en kan zelfs geld opleveren. Een 300 à 400 meter brede dijk komt qua kosten op zo’n 60 euro per vierkante meter. Daarop kunnen functies als wonen, werken, natuur en recreatie worden gecombineerd. Bouwgrond kost gemiddeld zo’n 200 euro per vierkant meter, dus tel uit je winst.”
Vellinga, die internationaal beschouwd wordt als autoriteit op het gebied van klimaatverandering, heeft de mogelijkheid om superbrede dijken aan te leggen doorgerekend met Grontmij uit De Bilt, een van de grootste ingenieursbureaus van ons land.
Volgens de berekeningen zal bij zeer extreme stormvloed het water misschien wel tijdelijk over de relatief lage megadijken stromen, maar reden tot paniek is er niet. De bewoners zullen hooguit even natte voeten krijgen. Superdijken zijn zo groot en massief dat ze namelijk nooit kunnen wegspoelen bij een stormvloed of een excessief hoge rivierstand.
"Bijkomend voordeel is dat ingewikkelde evacuatiestrategieën de papierversnipperaar in kunnen, evenals plannen voor de aanleg van een duur eiland voor de kust. Bovendien hoeven we niet massaal te verhuizen naar de Veluwe, en dat scheelt toch.” Volgens de hoogleraar kan binnen 50 jaar de 3000 kilometer dijk die ons land beschermt, stapsgewijs worden verbreed. Daarvoor moet wel nu al grond worden gereserveerd in de kustprovincies, maar ook langs de grote rivieren.
Rob Steijn, deskundige op het gebied van kustsystemen bij Alkyon, een dochterbedrijf van ingenieursbureau Arcadis, vindt het verbreden van de dijken ook een goed plan voor de kilometers dijk die niet meer voldoen. Hij stelt echter dat er niet alleen rekening moet worden gehouden met de stijging van de zeespiegel, maar zeker ook met de bodemdaling in Nederland.
"Ik pleit dan ook voor het verhogen van de bodem. Nieuwe grote wijken in uitleggebieden zouden 5 meter boven het maaiveld gebouwd moeten worden. Zo krijg je een eilandenrijk binnendijks. Als er dan wat gebeurt zitten die bewoners in ieder geval hoog en droog.” De deskundige bespeurt een trend dat steeds meer mensen boven NAP willen wonen.
Vellinga moet voor zijn brededijkenplan nog wel de handjes op elkaar zien te krijgen
"Bestuurders van waterschappen, provincies, gemeenten en het rijk moeten samenwerken. En dat valt niet mee in dit land waar iedereen gewend is om zijn eigen ding te doen en de ander bij voorbaat al wantrouwt.”
De smalle dijkjes in Nederland zijn nu nog eigendom van de waterschappen. Vellinga:
"Wettelijk gezien mag er op de dijken geen boom worden geplant, laat staan dat er huizen mogen verrijzen. Hooguit mogen er wat schapen grazen. Ook op dat gebied zal er het een en ander moeten veranderen."
Vellinga ziet het al voor zich: golfbanen op de dijk, maar ook nieuwe woonwijken en landbouw.
"Ik denk dat er best animo is voor een huisje op de Afsluitdijk. Dan kun je de hele dag lekker een beetje vissen."