Auto's worden compacter en zuiniger, maar van inleveren op rijplezier is geen sprake. Die trend tekent zich af op de 78ste Autosalon van Genève, die dinsdag van start is gegaan.
De auto-industrie spreekt van 'downsizing'. Auto's krijgen kleinere motoren, verbruiken minder en stoten daardoor ook minder kooldioxide uit. Daarbij maken de fabrikanten gebruik van turbotechniek en directe brandstofinspuiting om die zuinige motoren toch voldoende prestaties te geven.
Wereldwijd is sprake van deze trend. Zo presenteert het Koreaanse Hyundai de recent uitgebrachte i10 met een driecilinder turbomotor van slechts 0,8 liter inhoud. Volgens vice-president Allan Rushford van Hyundai Europe levert die driecilinder maar liefst 98 pk. Bij gebruik van aardgas als alternatieve brandstof bedraagt de CO2-uitstoot slechts 65 gram per kilometer.
Ford komt in oktober met een nieuwe Fiesta en ook daarvoor is een kleine maar krachtige motor ontwikkeld: een 1,0-liter turbomotor met 100 pk. ,,Binnen enkele jaren zullen al onze benzinemotoren deze ecoboost-techniek hebben'', zo geeft John Fleming, president Ford Europe, aan.
Een zuinige tweecilinder 0,8-litermotor met turbo staat voor 2009 in de planning bij Fiat. Een motor die volgens Ford waarschijnlijk ook zal worden gebruikt in de nieuwe kleine Ka. De productie daarvan start nog dit jaar in de Poolse fabriek waar ook de Fiat 500 wordt gebouwd.
Hoe rijplezier samengaat met zuinigheid, bewijst Renault. Het Franse merk toont een concept van de nieuwe Mégane met een 2,0-liter turbomotor van 200 pk, die slechts 6,5 liter per 100 kilometer verbruikt. Een waarde die nu alleen door half zo krachtige auto's wordt bereikt.