Hoewel in september niet erg veel dagvlindersoorten meer actief zijn, is het wel de tijd om kleine vuurvlinders te zien. Deze vlinder vliegt in drie generaties per jaar waarvan die in september vaak de grootste is.
De eerste generatie van de kleine vuurvlinder vliegt in mei, de tweede in juli en de derde en laatste begint eind augustus. Bijzonder aan die derde generatie is dat er dan vaak veel meer vlinders aanwezig zijn dan in de twee eerdere generaties. Deze maand zijn er in Meijel, in de Peel, al eens meer dan 70 vlinders bij elkaar gemeld. De vlinder kan tot ver in oktober nog worden waargenomen. De kleine vuurvlinder is, zoals de naam al aangeeft, een kleine vlinder, duidelijk kleiner dan de algemene koolwitjes. Vliegend is hij niet makkelijk te herkennen, maar zodra hij gaat zitten gaan de vleugels open en zie je de warm oranje bovenvleugels met zwarte stippen. De onderzijde is bruin met hele kleine zwarte puntjes erop. Sommige vlinders hebben prachtige blauwe vlekjes op de achtervleugel.
De kleine vuurvlinder is een graslandvlinder. Bloemrijke bermen en halfnatuurlijke graslanden zijn favoriet. De mannetjes van de kleine vuurvlinder, die enige dagen eerder verschijnen dan de vrouwtjes, bezetten een territorium. Dat is een plek, meestal een lekkere pol bloeiende planten, die ze verdedigen tegen andere mannetjes en waar ze hopen een vrouwtje in te lokken. Dat verdedigen gaat er soms heftig aan toe en een concurrent wordt soms zeer fanatiek weggejaagd. Kleine vuurvlinders moet u zoeken op mooie bloemrijke graslanden, duinen en bermen. Daar staan voldoende nectarplanten waaruit de vlinders drinken en de planten waarop de rupsen zijn gespecialiseerd: schapenzuring en veldzuring.