Het klein koolwitje was dit weekeinde de vlinder die de wandelaars op het Pieterpad het meest zagen. Net als tijdens de telling van vorig jaar. In totaal liepen 412 mensen het traject in 93 etappes, afstanden tussen de 4 en 6 kilometer. Dat heeft een woordvoerster van de Vlinderstichting zondagavond gezegd.
Op dat moment had zij informatie van ongeveer de helft van de groepen lopers. Die telden in totaal ongeveer 4500 vlinders. Met bijna 3000 keer gaat het klein koolwitje aan kop. Op twee staat het geaderd witje met ruim 500 dieren en op drie het groot koolwitje. Het bont zandoogje en de kleine vos maken de top vijf compleet. De koolwitjes die dit weekeinde zijn gezien, behoren tot de derde generatie van dit jaar.
De distelvlinder stond in 2009 op de vierde plaats. Dit jaar bereikt de soort de negende. Vorig jaar werden vierhonderd van deze dieren geteld, dit jaar 35. Dat lijkt dramatisch, maar dit aantal is zoals de Vlinderstichting had verwacht. De distelvlinder heeft af en toe een zogeheten invasiejaar, zoals in 2009, waarin er heel veel zijn.
De top vijf is in feite hetzelfde als vorig jaar, alleen stond de distelvlinder er toen tussen. De aantallen getelde vlinders lagen dit jaar veel hoger dan vorig jaar. De woordvoerster van de Vlinderstichting heeft daarvoor als verklaring dat het vorig jaar op zondag regende, waardoor maar weinig vlinders zich dan laten zien. Dit weekeinde was het beide dagen goed weer.
De koninginnepage profiteert van de klimaatverandering. Tot in de jaren negentig kwam deze soort alleen in het relatief warme Zuid-Limburg voor. Dit weekeinde is hij zes keer gezien, tegen vorig jaar twee keer. Dat is redelijk veel, aldus de woordvoerster en ,,hoopgevend''. De waarnemers zagen een kolibrievlinder. Dit dier komt uit het gebied van de Middellandse Zee. Het is een trekvlinder, die in de zomer naar het noorden vliegt en in het najaar weer terug naar het zuiden.
Het Pieterpad loopt van het Groningse Pieterburen naar de Sint Pietersberg in Zuid-Limburg en is ongeveer 480 kilometer lang.