Met volwassen kieviten gaat het tegenwoordig best goed, maar kuikens grootbrengen is een heel ander verhaal. Onderzoek moet uitwijzen waar het fout gaat en of er iets aan te doen is.
De kievit is met zijn opmerkelijke kuif, buitelende vlucht en z’n kenmerkende geroep (z’n eigen naam: tjoewiet) een van de makkelijkst te herkennen weidevogels. En zoals voor veel van deze vogels geldt: hij kachelt in aantal achteruit. In de periode 2005-2014 zelfs met bijna 5 procent per jaar. Daarom is 2016 door Sovon en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Kievit.
Jonge kievitten
Dat het zo slecht gaat met deze karakteristieke vogel komt omdat kievitouders niet genoeg jongen grootbrengen. Kievitouders krijgen nu gemiddeld slechts 0,25 kuiken groot. Je hoeft geen wiskundige te zijn om te begrijpen dat dat niet genoeg is. Dat zou er op z’n minst één moeten zijn om een populatie in stand te houden.
Onderzoeken
Om te kijken op welk moment het fout gaat, wordt er op meerdere plekken in Nederland door verschillende instanties onderzoek gedaan naar de overleving van kievitkuikens. Sovon ringt daarbij de kuikentjes zelf; Landschap Noord-Holland verft de volwassen kieviten. Bij beide onderzoeken worden er in het landschap maatregelen getroffen die de kieviten moeten helpen.
Over de uitkomsten van de onderzoeken valt op dit moment nog weinig te zeggen. Wel houden de onderzoekers hun hart vast vanwege het koude, natte weer van de laatste tijd; daar zijn de kievitkuikens niet mee geholpen.