Kussen onder de mistletoe mag dan met kerst een Angelsaksische gewoonte zijn, de mistletoe of maretak komt wel degelijk ook in Nederland voor.
De maretak (Viscum album) is een wintergroene plant die in bomen leeft. Het is een halfparasiet: voor water en zouten is hij afhankelijk van zijn gastheer. De maretak wordt ook "mistletoe", "mistel" of "vogellijm" genoemd. In Nederland is ze wettelijk beschermd.
De plant komt vooral voor in populieren, (echter nooit in zwarte populieren), appelbomen en meidoornstruiken.
De witte besachtige vrucht wordt door vogels verspreid. Deze worden genuttigd in de oksel van een boomtak, het zaad blijft liggen en ontkiemt. De wortel groeit in de boom. Zaden worden niet verteerd en hebben een kleverige laag, vandaar ook de naam "vogellijm". De zaden zijn giftig.
In Nederland komt Maretak vooral in Zuid-Limburg voor, maar heeft in een warmere periode in Europa, ca. 8000-6000 jaar geleden een noordelijker verspreiding gehad dan nu.
Het lijkt er op dat de laatste decennia geleidelijk meer noordelijke vindplaatsen bekend worden in Nederland. Op de meeste plaatsen is de plant bewust uitgezaaid door liefhebbers, bijvoorbeeld in de Botanische tuin van Wageningen. Van daar uit heeft Maretak op eigen kracht, maar met hulp van bessenetende vogels, nieuwe bomen weten te bereiken.
Ook elders in Europa reageert de soort op klimaat.
Maretak komt in het Noorden tot in Zuid-Zweden voor. Er is wel gerapporteerd dat de soort daar in de afgelopen eeuw achteruitging in verband met het minder geschikte klimaat, een afname die enkele duizenden jaren is ingezet. Het zou interessant zijn te weten of die achteruitgang in de afgelopen warme periode tot staan is gebracht.
In de bergen van Zwitserland lijkt de op dennen groeiende variëteit van Maretak langzaam hoger voor te komen.
Er zijn vast diverse andere factoren die een rol spelen bij het toenemen van Maretak, maar het is interessant om in de gaten te houden of ze deels door klimaatverandering kunnen worden veroorzaakt. Dat vergt bij een zich langzaam verspreidende soort extra veel geduld.