Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Kees Moeliker: Tel de huismus!

  •  
03-02-2008
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
Kees_Moeliker.jpg
Vogelbescherming organiseerde vorig weekend voor de vijfde keer de Nationale Tuinvogeltelling. Vijftienduizend deelnemers stuurden hun resultaten in, vijfduizend meer dan vorig jaar. Het concept van deze publieksactie is sterk en laagdrempelig: ga voor het raam staan en tel een uur lang alle vogels die binnen je gezichtsveld komen, in de tuin of op het balkon. Iedereen mag meetellen, van het doorgewinterde vogelaarsvolk tot de volksstam die nog geen mus van een spreeuw kan onderscheiden. Gevolg is dat de resultaten eerder weergeven wat tellers denken gezien te hebben dan wat er werkelijk aan vogelsoorten in al die tuinen voorkomt. Ik bedoel: ziet u het verschil tussen de kool- en de pimpelmees, de hegge- ring- en huismus? Herkent u de vrouwtjesvink op uw voedertafel? Het doet er gelukkig niet toe. Doel is het aanwakkeren van interesse in onze avifauna, en wat dat betreft is de Nationale Tuinvogeltelling een succes.
De betrokkenheid van het publiek is groot. Een teller die na jarenlang voeren veertig huismussen aan zijn tuin wist te binden en tot zijn verdriet constateerde dat ze toevallig net tijdens het teluurtje buiten beeld waren, belde Vogelbescherming met de vraag “Mag ik ze toch mee tellen?” Een beetje gesjoemel met de getallen stond Vogelbescherming natuurlijk oogluikend toe en de veertig illegale mussen telden mee in het landelijke totaal van zeshonderdzesendertigduizend-honderdachtentachtig vogels.
De verdeling daarvan over de verschillende soorten - landelijk en per provincie - is uit te pluizen op www.tuinvogeltelling.nl . Je kan zelfs naar de resultaten per postcode zoeken! Bij mij in de straat (3065 BA) staat de koolmees op één, en in de Rotterdamse Koopgoot (3011 AE) wint de pimpelmees en zijn zelfs vier staartmezen geteld. In de tuin van Paleis Huis ten Bosch (2594 BD) is de kauw het talrijkst, op de voet gevolgd door de halsbandparkiet. Leuk toch? Opvallend is de ontdekking - in de provincie Groningen - van een nieuwe tuinvogelsoort: de rotgans, met 1011 stuks goed voor de provinciale negende plaats.
Ook dit jaar is de huismus de meest getelde vogel. Gelukkig maar, want Passer domesticus leeft nu eenmaal in de directe omgeving van de mens. Deze nummer-één notering in de Tuinvogeltoptien zegt echter niets over de populatiegrootte en eventuele af- of toename. De media en het grote publiek begrijpen dat natuurlijk niet. Nog voor de eerste tuinvogelteller afgelopen zaterdag voor het raam stond, kopte het AD ‘Huismus werkt voorzichtig aan comeback in Nederland’. “Hoe kan dat nou?” zei het meisje bij de bakker tegen me “Het ging toch zo slecht met de mus?” Om de verwarring compleet te maken, bracht het Centraal Bureau voor de Statistiek op het hoogtepunt van de tuinvogelhype harde SOVON-cijfers naar buiten waaruit blijkt dat sommige stadsvogelsoorten, waaronder de huismus, de laatste jaren nog steeds in aantal afnemen.
Ik geloof in de grafieken van het CBS, maar om de teloorgang of comeback van de huismus echt goed in beeld te brengen zijn meer serieuze mussentellers nodig. Die bevinden zich vast onder de 15.000 enthousiaste deelnemers aan de Tuinvogeltelling.
© Kees Moeliker | Natuurhistorisch Museum Rotterdam | www.nmr.nl
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.