In de Gelderse en Utrechtse Vallei is een ziekte uitgebroken onder karpers in plassen en vijvers. In Leusden, Ede, Veenendaal, Terschuur en Barneveld zijn tientallen dode dieren in het water gevonden, aldus het waterschap Vallei en Veluwe dinsdag.
De eerste dode vissen zijn gevonden in een plas in Barneveld. Onderzoek op de dode vissen heeft uitgewezen dat de dieren zijn bezweken aan het zogenoemde Carp Edema Virus (CEV). Dit virus is niet schadelijk voor mensen, maar kan in korte tijd een slachting aanrichten onder karpers. Het schap waarschuwt daarom om geen vissen van de ene naar de andere vijver over te zetten, want dan verspreidt de ziekte zich alleen maar sneller. Het schap en leden van hengelsportverenigingen halen dode vissen zo snel mogelijk uit het water.
Het is nog niet bekend of de karpers zijn bezweken aan de zogenoemde Koi Sleepy Disease, een ziekte die door het virus wordt overgedragen. De ziekte werd in januari van dit jaar voor het eerst in Nederland aangetroffen. Donderdag verwacht het schap meer informatie te hebben uit laboratoriumonderzoek.