Kamer praat over voorstellen 'Stop fout vlees'
• 13-12-2007
• leestijd 2 minuten
© varken
De Tweede Kamer debatteert donderdag over de voorstellen van Milieudefensie om geleidelijk over te schakelen van intensieve naar kleinschalige veehouderij. Het idee van de groepering kreeg zoveel bijval dat 'Stop fout vlees' het eerste burgerinitiatief is waarover de Kamer vergadert.
Bijna 107.000 mensen betuigden steun met de plannen voor een kleinschaliger veehouderij. Volgens Milieudefensie is die beter voor dieren en milieu en kunnen meer boeren daardoor aan het werk blijven. Het voorstel wil gelijk de aanvoer van niet-duurzame soja beperken, omdat de productie daarvan ten koste gaat van tropisch woud in vooral Brazilië. Soja wordt verwerkt in veevoer.
Wat betreft Milieudefensie kan het eten van vlees beter wat duurder worden wegens de nadelige effecten die de veehouderij heeft op het milieu. Onderdeel van de plannen is dan ook een heffing op vlees. Naar verwachting stemt de politiek nog voor kerst over het inititiatief.
Milieudefensie hoopt dat de politiek luistert naar protesten tegen de steeds groter wordende veebedrijven. De megabedrijven voor varkens worden wel varkensflats genoemd. "Dit is een historische kans de bakens te verzetten. Kies je voor familiebedrijven of voor varkensflats.''
Een ludieke actie vroeg donderdagmorgen de aandacht van Kamerleden. Op weg naar het debat kwamen ze als 'miss piggy' verklede actievoerders tegen. Niet over een rode loper, maar over een scharrelloper van stro maakten de politici hun entree. Tijdens het vorige debat over het burgerinitiatief verrees voor de gelegenheid een drie verdiepingen tellende varkensflat voor het Kamergebouw.
Landbouworganisatie LTO ziet niets in het plan. De inkomens op de boerenbedrijven zouden dramatisch dalen en de toegevoegde waarde van de sector zou verminderen van 4,7 naar 2,2 miljard euro. Er zouden 15.000 arbeidsplaatsen verdwijnen. "Het kan alleen als de samenleving jaren achtereen grote geldbedragen beschikbaar stelt voor de veehouderij'', aldus LTO.
Bron: ANP