Sinds 2006 broedt de zeearend weer in Nederland. Tot en met 2013 zijn er op vier broedlocaties 21 jongen uitgevlogen, waarvan er 14 zijn geringd. Tenminste drie van die 14 jonge vogels kwamen in de problemen, en twee vogels overleefden dat niet. Eind december nog werd een jonge zeearend, die in 2013 in het Lauwersmeer ter wereld kwam, dood teruggevonden bij Doesburg. Ringonderzoek leert ons veel over de verspreiding van vogels. Het maakt ook duidelijk dat net als andere vogels de eerste levensjaren van een zeearend moeilijk zijn.
Tenminste twee doden
Eén van de twee vogels die in 2011 in de Oostvaardersplassen uitvlogen werd in augustus 2013 tijdens het oogsten op een tarweakker bij Niehove, Groningen teruggevonden. De resten van de dode vogel werden door een combine vermalen. Een roemloos einde voor de ‘vliegende deur’. De doodsoorzaak is onbekend. Opmerkelijk is ook de vondst van een ogenschijnlijk in goede conditie verkerende vogel in de IJsseluiterwaarden bij Doesburg in december 2013. Deze vogel was in de zomer van 2013 in het Lauwersmeer geringd. Vinder Gerrit Smeitink uit Doesburg: “De vogel was niet mager en had geen breuken. Ik vraag me af wat de doodsoorzaak is. Zonde van zo’n mooie vogel!” Omdat de melding pas later bekend werd was het helaas niet meer mogelijk het karkas te onderzoeken.
Kwetsbaar
Het ringonderzoek aan de in Nederland broedende zeearenden wijst uit dat de uitgevlogen jonge vogels kwetsbaar zijn. De drie vogels die in 2013 werden gevonden vertellen een duidelijk verhaal. Overigens kunnen we niet uitsluiten dat er meer jonge zeearenden gesneuveld zijn. De helft van de 14 uitgevlogen geringde jongen is namelijk nog niet teruggezien. Het is opmerkelijk dat van zulke opvallende vogels toch weinig meldingen van afgelezen ringen binnen komen. Met andere technieken zoals het bevestigen van zenders zouden we meer informatie kunnen krijgen over het terreingebruik en de lotgevallen van de Nederlandse zeearenden. De recente vondsten bewijzen dat dergelijke informatie nodig is om deze majestueuze vogels goed te kunnen beschermen.