Joke Koomen: Babyboombos
• 02-03-2010
• leestijd 2 minuten
Ik hoor bij de babyboomers. Met héél veel zijn we, over de hele wereld.
Allemaal van ná de tweede wereldoorlog. We mochten profiteren van de opkomende economie en technische ontwikkelingen.
We waren wat mans: weg met de burgerlijke moraal, nozems waren we, peace, not war. We zorgden voor de seksuele revolutie en de vrouwenemancipatie. We consumeerden erop los, hielden geen enkele ontwikkeling tegen. Het milieuprobleem kenden we niet. We werden gebruikers, halers.
Anderen mogen nu profiteren van onze “voortvarende” aanpak. Die anderen zijn onze kleinkinderen, de nieuwe generatie. Profiteren die nog net zo van onze power?
Eén en ander is een beetje doorgeschoten en zelfs problematisch geworden.
Consuminderen, of consumanders, de bodem is in zicht. Zij moeten nadenken over hoe te handelen met de gevolgen.
“Wat laten wij ze na als generatie”, zat ik te denken, en wat kunnen we in onze laatste decennia nog doen, nog verzachten.
In materiele zaken ontbreekt het onze kleinkinderen aan niets.
Geen enkel cadeau slaat nog ergens op, tenzij…….. ons cadeau aan elk kleinkind zou bestaan uit een boom. En als je geen kleinkind hebt adopteer je een boom.
Een els voor Else, een iep voor Sieb of een den voor Ben…..
Dat wordt een bos in een gemeente of in een regio, een provincie.
Een bos verbruikt Co2 , een bos produceert O2. Zuurstof, een schaars product zal dan door onze bossen worden nagelaten. Overal babyboombossen, dát kunnen we nalaten.
We waren toch zoveel mans?
Wordt een brenger, wees nog een keer creatief, laat je nog een keer gaan, ideeën en inzet zijn welkom.
Babyboomers where are though?