John van der Willik: Verkiezingstijd
• 12-04-2010
• leestijd 2 minuten
In zijn olijke boekje “Piep” beschrijft onze ongeëvenaarde bioloog Midas Dekkers het heel treffend. Er zijn twee soorten mensen, die van dieren houden. De natuurbeschermers; zij houden meer van de natuur dan van dieren. Zij beschermen de soort, maar alleen als die zeldzaam is; van pandabeer tot grutto.
En de dierenbeschermers, zij beschermen het individu, mits zielig, van de verwaarloosde poes tot een aangereden egel.
Voor de zielige dieren hebben we een echte partij. De partij voor de dieren. Maar wie komt er op voor de lagere soorten, zoals de pieren?
Een zeevis aan een haakje, dat is erg zielig. Zo’n scherp ding door je tere vissenlip. Ze moesten het verbieden. Maar wie komt erop voor de zeepier (Arenicola marina), die genadeloos uit z’n wadbiotoop wordt getrokken en met veel te veel in een te klein bakje wordt opgesloten om vervolgens zonder veel omhaal aan de haak geregen te worden? Ik zou het niet weten.
Een emmer met aal, met zout overgoten om de slijmlaag te verwijderen, dat is immoreel. Maar wie rept er over de peur die een visser maakt van de vele regenwormen (Lumbricus terrestris), die hij met een riek uit het weiland heeft getrild? Niemand!
Het kan nog erger! We zijn er zelfs trots op om een worm van de aardbodem te vagen. Vorig jaar stond er in de krant te lezen dat gezondheidswerkers er bijna in geslaagd zijn om de guineaworm (Dracunculus medinensis) uit te roeien.
In 1986 hadden in Afrika nog 3,5 miljoen mensen te kampen met de worm, die parasiteert in iemands lichaam. Volgens de laatste telling waren er nog maar vijfduizend mensen die deze worm met zich meedroegen. En in 2010 is hij waarschijnlijk uitgeroeid, van de aardbodem verdwenen!!! Wie komt er op voor deze soort? Tot nu toe niemand. In het jaar van de biodiversiteit kunnen we dit toch niet laten gebeuren!
Het is nu verkiezingstijd. Grijp nu je kans. Richt hem op, die nieuwe partij. Een partij voor de PIEREN!