Jelle Reumer: Vuilnisbelt
• 20-05-2018
• leestijd 2 minuten
Yes! Het is intussen alweer mei en dat betekent dat het festivalseizoen uitgebreid is losgebarsten. Dat festivalseizoen start met de koningsnacht gevolgd door de dito dag en een paar dagen later zijn er de bevrijdingsfeesten die geruisloos en ongemerkt snel overgaan in honderden andere brood-en-spelen festijnen overal in het land. Er is een complete industrie omheen ontstaan van rijplaatneerleggers, steigerpijpsjouwers, podiumconstructeurs, bewegwijzeraars, verkeersregelaars, foodtruckexploitanten, muzikanten en geluidstechnici, EHBO-ers, zakkenrollers en andere feestgerelateerde oude en nieuwe ambachten. Het duurt een maand of vijf, daarna keert de rust weer terug.
Het hele fenomeen gunt mij een evolutionaire kijk op de mensheid. Ik geef toe, als ik nu ga zaniken over de enorme hoeveelheid decibellen die de muzikanten en geluidstechnici produceren, vindt u mij natuurlijk een ouwe zeur, dus daar ga ik het niet over hebben. Iedereen heeft tenslotte recht op zijn eigen gehoorschade - nee, het evolutionaire aspect lees ik af aan de gecreëerde habitat. Diersoorten leven in principe in de habitat die het meest geschikt voor ze is. De eekhoorn in bomen, de ijsbeer rond de noordpool, de walvis in zee, de zebra op de savanne. En als de habitat niet meteen optimaal is voor het overleven, passen ze die gewoon daaraan aan. Daartoe bouwt de bever beverdammen, om toch die meest geschikte habitat te maken als die er even niet is.
De diersoort
Homo sapiens
leeft een groot deel van het jaar in holen en grotten, weliswaar voorzien van kamerbreed tapijt, gordijnen en met een fris behangetje bekleed, maar het blijven holen en grotten. Zodra het klimaat het toelaat, komt men eruit. Vanwege het veronderstelde ontstaan op de Oost-Afrikaanse savanne, zo’n 200.000 jaar geleden, spoedt deze diersoort zich naar een vergelijkbare habitat, met grasvlakten en verspreide boomgroepen en hier en daar wat watertjes. Die habitat noemen we tegenwoordig geen savanne meer,
das war einmal
, maar stadspark. En daar gaat de mens los, keert terug naar zijn fossiele roots, en migreert als een kudde gnoes van het ene festival naar het andere. Daarbij wordt de habitat, die kennelijk verbetering behoeft, grondig aangepast aan het evolutionaire ideaalbeeld. De gazons worden omgezet in kaal getrapte en tot gort gereden modderpoelen, om vervolgens te worden opgeleukt met een kniehoog opgeworpen bodembedekking van bierblikjes, petflesjes, piepschuimbakjes, servetjes en andere papierzooi, sigarettenpeuken en wat er verder maar voor dit habitat-verbeterende doel voorhanden is.
Evolutiebiologen en paleontologen blijven hardnekkig beweren dat de mensheid ooit is ontstaan op de Afrikaanse savanne. Maar de ecoloog of de gedragsbioloog die
Homo sapiens
aandachtig bestudeert in de meest populaire habitat en tijdens het vertonen van zijn natuurlijke gedrag, weet intussen beter. De mensheid is ontstaan op een vuilnisbelt, en bespaart zich kosten noch moeite om de huidige leefomgeving daar zoveel mogelijk op te doen gelijken. Al die festivals, kortom, zijn niet alleen een feest voor de bierdrinkende hiphopfanaat, maar vooral voor de cynische evolutiebioloog.