Zo, we zijn weer een jaartje verder. Om redenen die ongetwijfeld hout snijden maar mij volkomen onbekend zijn, vieren we oud-en-nieuw precies halverwege de verjaardag van Jezus en de dag waarop drie mannen op kamelen in Bethlehem arriveerden – het lijkt me een nogal arbitraire keuze.
Maar bijna alle overgangsvieringen zijn arbitrair en slaan nergens op, behalve natuurlijk DE overgang, maar daar kan ik als man weinig zinnigs over zeggen. Behalve oud-en-nieuw is ons bestaan van overgangen en bijbehorende rituelen doorspekt. Verjaardagen natuurlijk. En 12½, 25, 40, 50-jarige jubilea van de huwelijkse staat of het werknemerschap of het lidmaatschap van de VARA. Dan krijg je cadeautjes, een gratificatie of een zilveren theelepeltje.
Maar kijk, was het leven op 30 december 2018 nou echt zoveel anders dan op 2 januari 2019? Ik meen dat het beide dagen even koud en donker was. Ben je twee dagen vóór je verjaardag een heel anders mens dan twee dagen erna? Mensen die zeggen dat ze zich ineens een stuk ouder voelen, kletsen uit hun nek. Die waren al oud voor ze het in de gaten kregen.
Maar toch, er móet worden gevierd. Compulsief. Met taart en drank en hoge stapels brandend pallethout. Met heilige communies, besnijdenissen, carbidschieten, paasvuren, midwinterhorenblazen en zonnewendefeesten. Overgangen verschaffen structuur aan ons leven, dat, laten we eerlijk zijn, niets anders is dan een onvoorspelbare hoop tijd tussen de enige overgangen die er echt toe doen: de geboorte en de dood. Die tergende onoverzichtelijkheid kun je beperken door feestjes te verzinnen, want feestjes geven structuur en zin aan een verder structuur- en zinloos bestaan. Inhoudelijk is het onzin.
Er zijn soorten overgangen. De echte en de verzonnen. De echte overgangen komen uit de natuur, zoals bewegingen van hemellichamen. Dat de zon drie weken geleden de Steenbokskeerkring heeft bereikt en nu op de terugweg naar het noorden is en op 21 maart de evenaar zal oversteken. De maansverduistering komende week, dat lijkt me ook een dingetje om het glas op te heffen, ware het niet dat het fenomeen zich rond 6 uur ’s morgens afspeelt en ik het dan voor een biertje te vroeg vind.
De meest indrukwekkende overgang die de natuur ons ooit heeft voorgeschoteld, was het moment dat er ergens bij Mexico een meteoriet van 10 kilometer diameter omlaag denderde die de dinosauriërs en de ammonieten uitroeide. Het was het einde van de Krijtperiode. Vervolgens konden de zoogdieren zich ontwikkelen en indirect hebben u en ik ons bestaan eraan te danken. Een feestje waard dus.
Als we wisten op welke dag dat gebeurde, zouden we díe overgang kunnen gaan vieren. Of we verzinnen gewoon dat die meteoriet op 16 augustus omlaag flikkerde, en vieren dát dan. Tenslotte zijn de geboorte van Jezus, de naamdag van Sint Nicolaas en Maria Hemelvaart ook ooit maar op een willekeurige dag vastgeprikt. Het lijkt me wel wat, 16 augustus: Dag van de Meteoriet. Daar pleit ik voor. En dat vieren we dan met gloeiend hete oliebollen, want daar leek dat ding het meeste op.