Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Jean-Pierre Geelen: Roerdomp

  •  
19-01-2014
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
JeanPierreGeelen.jpg
‘Als je goed om je heen kijkt / zie je dat alles gekleurd is.’
Lang was het mijn favoriete dichtregel, van K. Schippers. Een ode aan het kijken - dat is in mijn positie als blinde vink niet aan dovemansoren gericht.
Vorige maand zag ik de keerzijde van die feestelijke medaille. Misschien is alles dan wel gekleurd, maar dat was nou juist meteen de pest. Spelbreker was de roerdomp die ik zag -  moederziel alleen in Meijendel, een prachtig duingebied bij mij om de hoek. De reigerachtige is veel te goed gekleurd om opgemerkt te worden.
Pas twee jaar geleden lukte het mij voor het eerst er een te zien, sindsdien heb ik er oog voor gekregen.
Ja, ik kende het mysterieuze, gelukzalige gehoemp vanuit rietvelden in het voorjaar. ‘Alsof iemand over een leeg bierflesje blaast’, schreef een poëtische geest op de website van de Vogelbescherming, en misschien is het ook wel dáárom dat ik er zo gelukkig van kan worden. Om even uit het vaatje te tappen van Willem Kloos: ‘Natuur is mooi, maar je moet er wel wat te drinken bij hebben.’
De verlokkingen van een roerdomp kan elk mens horen. Maar zien: ho maar.
Een roerdomp heeft de grootte van een rugbybal, maar toch moet je hem leren zien. Ik ga u het geheim verklappen.
Mijn geluk van vorige maand duurde maar liefst twee volle seconden, toen verdween de vogel uit mijn vizier. ‘Niemand weet waar Nederlandse roerdompen in de winter precies verblijven’, las ik – alweer – bij Vogelbescherming Nederland.
Ik wel. Recht vóór me, in het verdorde winterriet, 80 meter van me vandaan.
Ik zag de volle glorie van zijn goudgele gestalte. Op zijn lijf wuift een heel korenveld. Logisch dat je hem niet ziet in het riet.
Statig schreed hij voort, behoedzaam met zijn plaspoten zo het riet in. Verdwenen.
Dacht ik. Enkele seconden later zag ik hem terug. Een meter verder stond hij rechtop tussen de rietstengels, zoals alleen een roerdomp voor paal kan staan. Het stokstaartje onder de vogels. Met zijn lange uitgestoken nek en omhooggerichte snavel leek hij te lurken aan de lucht. Of aan zijn bierflesje.
Ik zag het duidelijk, door de gepoetste ruiten van mijn gloednieuwe kijker. Toch?
Minutenlang duurde dit bewegingsloze theater, deze eenakter voor een rietpol. Zo lang, dat ik steeds meer begon te twijfelen. Stond ik wel naar een roerdomp te kijken? Had ik mij alles wellicht maar verbeeld, en is dat daar niet gewoon een vlek in het riet, een takje hier, schaduw daar, een verwaaid papiertje misschien?
Ik kwam er niet achter. Na tien minuten vertwijfeling verliet ik mijn plek, en vervolgde mijn wandeling.
Zoals je wel vaker ziet bij lustvergrijpen, keerde ik een uur later terug op de plaats delict. Een tikje nerveus richtte ik mijn kijker weer op de bewuste plek.
Geen roerdomp te bekennen.
Toen wist ik genoeg. Ik had het geheim van de roerdomp doorgrond. Om met de bekende filosoof J. Cruijff te spreken: ‘Je gaat het pas zien als je het door heb’. De wet van de roerdomp: ‘Je weet het pas zeker als je het niet gezien hebt.’
Thuisgekomen greep ik naar de fles, en blies erop. Ik hoempte – dronken van geluk.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor