Het is een feit, het was een bare winter dit jaar. De kou kwam in december en hield aan tot in maart. Stiekem droomde ik van schaatstochten want koud was het! Maar nooit was het ijs dik genoeg, althans niet in onze sloot. Het sneeuwde veel en vaak. Bij ons in de sloot hadden de vogels het zwaar, heel zwaar.
Door het ijs waren de eenden gedwongen om in een wak te zwemmen, veel watervogels op één vierkante meter. Superdruk dus! Enfin, het was een winter zoals we hem niet graag willen. Waar blijft die klimaatsverandering nou!was een standaardgrap bij ons in huis. Maar er waren ook mooie momenten in onze tuin, momenten waar je blij van wordt!
Staartmezen, twee stuks die dankbaar van de vetbollen zaten te eten. Op de dag van de tuinvogeltelling zagen we twee putters, wat zijn die toch mooi!
Een paar weken lang hebben we genoten van een knap sacherijnige kramsvogel. Wat een pissig humeur had dat beest. Hij, of zij, voelde zich de baas van de tuin en gedroeg zich ook zo.
Genoeg activiteit dus en langzaam aan, zeer langzaam aan kwam dan toch de lente. De dagen werden langer, de blaadjes kwamen aan de bomen en de vogels werden verliefd. Hels kabaal van parende eenden, piepende meerkoeten en vrolijke mussen achter elkaar aan.
Maar het werd nog mooier. Veel druk gedoe in de naaldboom, twee tortelduiven die hun naam eer aan deden. Een wat onhandig nest werd gebouwd, zonder bouwvergunning, het was dan ook wat schots en scheef..
Het bouwen ging door en uiteindelijk was het nest af en klaar voor gebruik, goedgekeurd door de vogelbond!
Elke dag volgde ik de ontwikkelingen, wat was het spannend. Vanuit huis kon ik met mijn verrekijker, die ik normaal alleen gebruik bij de vogelclub alles goed volgen. Vader en moeder wisselen elkaar regelmatig af, als de één er genoeg van had werd de ander met een luid roekoe roekoe! geroepen.
Al gauw kregen ze buren, twee eksters, tot overmaat van ramp in de boom ernaast. De tortels waren niet bepaald blij met deze buren. Het liep dan ook niet altijd even soepel, een ekster heeft namelijk wel zin om een andermans eitje te tikken. De ekster ging dus regelmatig op bezoek bij zijn vriend de tortel. De tortel daarentegen vond hem niet zo’n beste vriend en liet gauw weten dat het genoeg was. De sierlijke tortel verdedigde haar nest, bravo, dappere tortel!
Toen volgde er goed nieuws. Ik zag een kopje uit het nest steken. Eindelijk!
Maar meer gevaar dreigde. Een prachtige sperwer in de tuin, dat was erg bijzonder. De jonkies stonden op zijn menu. Een doodse stilte in de tuin. Uiteindelijk ging hij niet tot de aanval over. Het nest bleek een onneembare vesting.
We waren net van de schrik bekomen of het volgende gevaar diende zich aan… Weer bezoek!. Het oude verhaaltje : een dikke vette buurkat!
Dikkiedik zat binnen notime in de boom, hap slik weg…veel kabaal, gefladder en gedoe en….weg sprookje!
De laatste week zit de tortel weer dapper op haar stek. Ze zijn zo tam als wat geworden, elke dag melden ze zich , zittend op onze tuinstoelen te wachten op een handje vogelvoer. Mijn moeder en ik lopen wacht om het nest, we bewaken het met ons leven…
Wij houden de beschuit met muisjes gereed, zal het dan toch gaan lukken?