Verwilderde katten waarvan het baasje niet bekend is, of die zich niet laten vangen, moeten afgeschoten worden. Dat vind de Jagersvereniging. "Deze verwilderde dieren horen niet in de Nederlandse natuur thuis en richten een massaslachting aan onder wilde dieren, waaronder beschermde inheemse diersoorten als hazelwormen, vleermuizen en weidevogels", zeggen de jagers.
Ontheffing
De vereniging meldde 22 oktober dat ze ervoor pleit dat alle provincies een ontheffing voor het afschieten van verwilderde katten opnemen in hun jachtregels. In Friesland, Utrecht en Noord-Brabant mogen jagers al katten in het buitengebied doodschieten. Dat gebeurt op verzoek van terreineigenaren, aldus de de vereniging. In Nederland leven ongeveer 671.000 katten in het wild. Daarvan lopen er 165.000 buiten de steden rond, schat de Jagersvereniging op basis van wetenschappelijke onderzoeken.
Tegenstanders
Dierenorganisaties zijn hier op tegen. Met de campagne 'Zeg NEE tegen het afschieten van zwerfkatten' haalde de Dierenbescherming in 2013 meer dan 137.000 handtekeningen op en dit resulteerde in een aangenomen motie in de Tweede Kamer. Elk jaar worden er tussen de 8.000 en 13.500 katten afgeschoten door jagers. Daarbij gaat het niet alleen om zwerfkatten, ook huiskatten zijn hun leven niet zeker. De jacht op katten moét stoppen, vindt de Dierenbescherming.