De havik vangt middelgrote vogels en zoogdieren. Hoofdprooien zijn postduif, houtduif, Vlaamse gaai en konijn. Op terrein met veel dekking jaagt de havik vanaf een zitplaats of in een lage vlucht; om een prooi te verrassen. Daarbij kan de roofvogel op korte stukken een relatief grote snelheid ontwikkelen. Vaak is te zien hoe havikken zich vanuit een hoge cirkelende vlucht net als een slechtvalk op een prooi duikt.