Jacobskruiskruid
(Senecio jacobaea L.)
is dé plaagplant van 2005. Hij hoort thuis in het illustere gezelschap van andere soorten die in vroeger jaren in de komkommertijd beschimpt werden: Grote Bereklauw en Akkerdistel.
Jacobskruiskruid is giftig, maar in de natuur is dat geen probleem, want door z'n geur wéten grazers dat de plant niet gegeten moet worden. Als er echter veel plantjes in een wei staan die gemaaid wordt dan kan er iets mis gaan: het hooi dat wordt gegeten heeft namelijk niet meer de kenmerkende geur. Dus eten paarden en runderen ervan en krijgen mogelijk zoveel binnen dat hun lever wordt aangetast. Soms kan dat zelfs de dood van de dieren veroorzaken.
Er wordt nu op allerlei plaatsen gemaaid om de planten van Jacobskruiskruid niet in staat te stellen zaad te vormen om zich daarna nog verder te verspreiden. Vooral in het noorden van Nederland is Jacobskruiskruid nu in het nieuws, want daar kwam de soort vroeger nauwelijks voor. De boeren en paardenliefhebbers kennen de plant (en z'n giftigheid) daar minder goed dan elders.
Toch moet nu niet overal deze inheemse plant worden weggemaaid of uitgerukt. Dat zou namelijk ook het einde betekenen van de Jacobsvlinder (en z'n rupsen) die gespecialiseerd zijn in deze plant.