's Middags, het hoofdkantoor van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Het is de plek waar ik heb afgesproken met Laurens Sparrius, de onderzoeker van de Universiteit van Amsterdam, die onlangs bij toeval stuitte op een in Nederland uitgestorven gewaande korstmossoort: het rijstkorrelmos. Ik had er zelf nog nooit van gehoord, ook niet van het feit dat er op de Hoge Veluwe complete 'korstmossteppes' - zo meldde het ANP-bericht - voor zouden komen. Alle reden dus om er eens een kijkje te gaan nemen.
Op het hoofdkantoor worden we ontvangen door Jakob Leidekker, hij is hoofd bedrijfsvoering van De Hoge Veluwe. Na even kort kennis gemaakt te hebben, stappen we met z'n drieën in één van de donkergroene Landrovers van het Nationaal Park. Nadat we het Hubertusslot en het Kröller Müller Museum gepasseerd zijn, verlaten we het asfalt en draait Jakob de wagen behendig het veld in. Want hij mag dat. We rijden het zand op tot vlak onder het standbeeld van Generaal de Wet, dat er middenin de oneindige vlakte staat. Een vlakte die gedomineerd wordt door zand, gras en andere begroeiing, jonge dennenboompjes en her en der wat grotere bomen. Dit is ongeveer de plek waar Laurens Sparrius het rijstkorrelmos heeft aangetroffen. De exacte coördinaten heeft-ie opgeslagen in z'jn GPS-navigatie apparaatje, handig! Hoe handig, blijkt als we even later lopend allerlei soorten mossen en korstmossen tegenkomen, behalve het rijstkorrelmos. Niet erg, 't is prachtig lenteweer en ondertussen praat hij honderd uit over stuifzanden en de tot de verbeelding sprekende 'korstmossteppes'. Laurens doet onderzoek naar stuifzandgebieden en de invloed van stikstofdepositie, zeg maar de zure regen, daarop. Nog geen spoor van het bewuste zeldzame korstmosje. Wat u in de reportage niet hoort - ik heb het omwille van de snelheid en de lengte van het item eruitgeknipt - is dat Laurens in een straal van 10 meter een minuut of vijf lang intensief naar de bodem turend bezig zijn bijzondere vondst terug te vinden, terwijl Jakob en ik als genageld aan de grond stil blijven staan, want anders zouden we per ongeluk het uiterst zeldzame korstmosje wel eens plat kunnen trappen... Werkt toch nooit helemaal exact, zo'n GPS-ding. Maakt niet uit, hij weet hem uiteindelijk toch te vinden. We storten ons op de knieën en hangen gedrieeën boven het korstmosje: een onooglijk stukje ' gemorste rijstepap' - zo luidt de beschrijving die Laurens zelf geeft. Amper 5 bij 5 centimeter groot! Sinds 2002 nergens meer aangetroffen in Nederland en dus is het erg bijzonder dat deze soort nu opduikt midden op de Hoge Veluwe. En een teken dat het langzaam maar zeker beter gaat met de korstmossen, hoewel het met veel soorten nog steeds beroerd gesteld is, o.a. door die stikstofdepositie, voor het grootste deel afkomstig uit de veeteelt: verzuring door mest. En daar kunnen veel korstmossen slecht tegen.
Bijzonder dus om nu bij dit rijstkorrelmos te zitten, en nu maar hopen dat het zeldzame postzegeltje niet platgetrapt wordt door de bezoekers van de Hoge Veluwe, daarom blijft de exacte plek geheim. Jakob Leidekker vertelt dat het Nationaal Park er geen hekje omheen gaat zetten, want dat trekt juist nieuwsgierige bezoekers. Toch benieuwd hoe het eruit ziet? Kijk naar de foto die ik van het unieke stukje rijstkorrelmos heb genomen. En luister naar het verhaal van Laurens Sparrius in de reportage.