Jaap Dirkmaat: voetbal of korhoen
• 22-04-2012
• leestijd 3 minuten
Natuur hoef je in een vol en intensief benut land als het onze niet te verbinden. Dat is althans de stelling van staatssecretaris Bleker. In de Kamer krijgt hij vanuit zijn eigen partij veel bijval voor het schrappen van de ecologische verbindingszones. Ger Koopmans, kamerlid van het CDA en boerenzoon uit de korenwolfprovincie Limburg weet als geen ander, dat "de konijntjes", zoals Ger alle beestjes uit godsschepping pleegt te noemen, best wel van het ene bosje naar het andere door boerenweides en maisakkers kunnen gaan. Daar zijn helemaal geen dure verbindingszones voor nodig. Welnee, de twaalf robuuste verbindingszones, die door het kabinet geschrapt zijn, dienden slechts een linkse hobby; duur en elitair. Als het aan Koopmans ligt kan er fors bezuinigd worden op de natuur. Die Haringvlietsluizen vond hij ook al niks, die hoefden niet op een kier, die vissen konden best over land nog in de sloot terecht komen.
Zo kan er ook 100 miljoen van de staatsschuld af als Staatsbosbeheer 17.000 hectare natuurreservaten buiten de Ecologische Hoofdstructuur aan derden gaat verkopen, liefst voor de hoogste prijs. En zo rekende hij laatst staatssecretaris Bleker voor, "uitstervende korhoenders bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten op de Holterberg zijn zestig keer zo duur als die op het Nationaal Park de Hoge Veluwe. Daar kosten ze immers maar 1000 euro het stuk." Ze leven dan maar drie maanden, maar, zo vond Koopmans, er blijkt opnieuw dat particulier natuurbeheer veel goedkoper is dan die dure, elitaire natuurorganisaties met veel te dure kantoren.
Koopmans en de door hem bespeelde staatssecretaris lijken bij al hun bijsturing in het natuurbeleid toch vooral geleid te worden door zorgen om de staatsschuld en ook de natuur moet nu eenmaal inleveren.
Toch herinner ik me een moment, vorig jaar ergens in het najaar toen Nederland nog in de race was om de wereldkampioenschappen voetballen te organiseren, dat Johan Derksen, een man die ik nogal chagrijnig vindt met een sigaar in z’n hoofd, bij Pauw en Witteman tegenover Ger Koopmans zat. Derksen vond dat we tegenover alle bezuinigingen op het onderwijs, cultuur, zorg, die kampioenschappen niet zouden moeten willen in dit land. Bovendien zouden de grote steden de dure stadions niet zelf gaan betalen en moest het rijk dus wel bijspringen. Hij wist dat het ongeveer om zo’n 500 miljoen euro zou gaan. Na die kampioenschappen had je daar niets meer aan, aan die lellen van stadions. "Kijk maar naar Zuid-Afrika”, riep hij, “ze staan letterlijk te verkrotten.”
Ger Koopmans, die niet voor dit onderwerp gekomen was, ontpopte zich spontaan en onverwachts als een groot voorstander van een paar weken volksvermaak van formaat. Anders dan bij de natuur mocht dit voetbalfestijn rustig 500 miljoen euro kosten. Zo zie je maar, wij allemaal ons een week hullen in oranje, met een toeter door de straten, heerlijk blij met een bal in een of ander doel. Dat is toch veel beter dan de zalmen terug in onze Waal of Maas, forel terug in onze beken, of korhoenders weer baltsend op de heide!
En ik moet toegeven: het heeft wel wat onbekommerds, naïefs, om naar een rollende bal te kijken en je niet te bekommeren om de gekwelde natuur en de vol rakende planeet.