Het is algemeen bekend dat duiven zonder problemen duizenden kilometers kunnen vliegen en terugkeren op hun vertrekpunt. Sommige soorten, zoals de Noordse Stern, maken jaarlijks een tocht van 40.000 kilometer. De meeste (trek)vogels gebruiken een ingebouwd navigatiesysteem, dat functioneert door middel van de magnetische velden op aarde. Uit een recent onderzoek blijkt dat duiven bovendien herkenningspunten onthouden om zo hun koers te bepalen.