De stalen molens dienden als vervanging van de kleine, houten windmolens die iedere boer had, om de voeten droog te houden. Een groot verschil met de Nederlandse molen is dat de Amerikaanse windmotor een of twee windvanen heeft. De windmotor hoeft dus niet door een molenaar in de wind gedraaid te worden. Landschapsbeschermers waren niet blij met de komst van dit type molen. Ze vreesden dat deze de traditionele houten molens zou verdringen. Bovendien werd de enorme metalen molen lelijk gevonden.
Nergens werden er zoveel neergezet als in Friesland, meer dan duizend hebben er gestaan. Elektrische gemalen hebben het gebruik van de windmotoren inmiddels overbodig gemaakt. Op dit moment zijn er nog enkele tientallen, de meeste zijn gerestaureerd en staan op de monumentenlijst.
Foto en filmpje: de windmotor bij Boazum