IJzer beperkt algengroei bij Zuidpool

Lage concentraties opgelost ijzer blijken de groei van algen in oppervlaktewateren van de Zuidelijke Oceaan te beperken.

Volgens onderzoekers spelen algen in de oceaan een belangrijke rol bij het verwijderen van kooldioxide uit de atmosfeer - en dus voor het afremmmen van het opwarmen van de aarde. Maarten Klunder, van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) doet sinds november 2006 onderzoek naar de concentraties ijzer op verschillende diepten in de poolzeeën. Ook kijkt hij naar de bronnen van het ijzer en welke rol dit ijzer heeft bij de groei van algen.

Nieuwe inzichten
Al zo’n 80 jaar geleden vermoedde men al dat opgelost ijzer wel eens de beperkende factor kon zijn voor de groei van algen in de poolzeeën.  In de jaren die volgden werd hier wel onderzoek aan gedaan, maar omdat het moeilijke gebieden zijn om onderzoek in te doen en het bovendien heel moeilijk is om zulke lage concentraties ijzer goed te meten, ontstond pas de laatste decennia een compleet beeld. Door Klunders onderzoek zijn er nieuwe inzichten in de verdeling van ijzer gekomen.

Invloed door rivieren en vulkanen
De voornaamste conclusies zijn dat de hoeveelheid opgelost ijzer bij Antarctica op sommige plaatsen zo laag is, dat dit de groei van algen beïnvloedt. In de Noordelijke IJszee is de hoeveelheid ijzer groter door aanvoer vanuit Siberische rivieren. In beide oceanen is de invloed van onderzeese vulkanen voor de aanvoer van ijzer goed in kaart gebracht en groter dan vooraf verwacht. Klunder zal op 5 oktober zijn proefschrift hierover verdedigen aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bron: NIOZ