Hypo-allergene poes niet op voorhand verboden
• 26-01-2005
• leestijd 2 minuten
De productie of verkoop van een genetisch veranderde kat die geen allergische reacties bij mensen oproept, wordt niet op voorhand verboden. Hoewel geknutsel aan dieren voor sport of vermaak wordt verboden, zou een zogenoemde hypo-allergene poes volgens minister Veerman van Landbouw nuttig voor de samenleving kunnen zijn.
Het maakt het kabinet niet uit of de markt zit te springen om een dalmatiër met rode stippen of een visje dat licht geeft in het donker. Dieren met dergelijke aanpassingen zijn in Nederland verboden. Biotechnologie bij dieren mag alleen als ze "algemeen maatschappelijk nut" heeft.
Veerman wil de komst van de hypo-allergene kat niet bij voorbaat verbieden, liet de bewindsman dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer weten. "Ik kan niet uitsluiten dat met het vervaardigen van een hypo-allergene poes ook belangen gediend kunnen zijn van algemeen maatschappelijk nut." Omdat de gezondheid van mensen met een allergische reactie op katten in het geding is, wil de minister de deur voor deze katten van de toekomst op een kier houden.
De Tweede Kamer debatteerde dinsdag in brede zin over biotechnolgie. De fracties maakten hierbij duidelijk dat Nederland en Europa voorzichtig en terughoudend moeten zijn met genetische aanpassingen bij dieren en planten voor de landbouw, wetenschap, voeding of geneeskunde.
Staatssecretaris Van Geel van Milieu, die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor het biotechbeleid, wil op dit gebied een vinger aan de pols blijven houden. Ook benadrukte hij het belang van deze ontwikkelingen. "Het is onweersproken dat biotechnologie grote kansen biedt om problemen op het gebied van landbouw, voeding en gezondheid op te lossen. Het is daarom van groot maatschappelijk en economisch belang."
De Dierenbescherming reageert verontwaardigd. "Schandalig en schokkend," noemt een woordvoerster de opvattingen van de bewindslieden. Volgens de zegsvrouw is wel sprake van een historische stap omdat de techniek tot nu toe alleen voor medische toepassingen mocht worden gebruikt. "Nu wordt dat in het kader van de volksgezondheid toegestaan. Het gaat niet om de totale volksgezondheid maar om een groep mensen die allergisch is," aldus de Dierenbescherming.