Huismus opnieuw op 1
• 18-01-2016
• leestijd 2 minuten
© Fotograaf: chrisfotos
Bij de 13e Nationale Tuinvogeltelling hebben bijna 50.000 mensen de vogels in hun tuin geteld. Het grootste citizen science evenement van Nederland wordt jaarlijks georganiseerd door Vogelbescherming Nederland in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland. In totaal waren er zondagmiddag 751.503 vogels geteld. Ook dit jaar staat de huismus op één, net als in voorgaande jaren. De koolmees en merel maken de top-3 compleet. Voor het eerst in de geschiedenis van de Tuinvogeltelling valt de spreeuw buiten de top-10. De spreeuw neemt al jaren in aantal af. Opvallend dit jaar is ook het aantal kepen in ons land. Kepen overwinteren in landen waar veel beukennootjes te vinden zijn.
Huismus
Ook dit jaar is de huismus opnieuw de meest getelde vogel in de Nederlandse tuinen. De huismus leeft in groepen, waardoor deze vogel qua absolute aantallen op de eerste plek eindigt. In de top 10 staat de koolmees op de 2e plaats, gevolgd door de merel. De merel is de vogel die in de meeste tuinen is gezien.
Spreeuw buiten top-10
De spreeuw eindigt dit jaar voor het eerst sinds de start van de Tuinvogeltelling buiten de top-10, op de elfde plaats. De afgelopen jaren zien we het aantal getelde spreeuwen tijdens de Tuinvogeltelling afnemen. Dat beeld komt overeen met andere onderzoek: zo is het aantal spreeuwen dat in ons land broedt de afgelopen 20 jaar met 40% afgenomen. Hetzelfde zien we in andere Europese landen.
2015 was het jaar van de spreeuw. Beluister de reportage hierover.
Opkomst halsbandparkiet
Tegelijkertijd is de opkomst van de halsbandparkiet ook goed terug te zien in de Tuinvogeltelling: ook dit jaar werden er meer geteld. De halsbandparkiet is een knalgroene vogel, die zich door toedoen van de mens hier heeft gevestigd. Het zijn ontsnapte en losgelaten kooivogels. De halsbandparkiet profiteert in de winter van het bijvoeren door de mensen en het vele voedsel in de steden.
Veel kepen
Dit jaar werden er ook veel kepen geteld, ruim twee keer zoveel als afgelopen jaar. Kepen, vink-achtige vogels, zijn afkomstig uit het noorden en oosten van Europa. Ze overwinteren in de landen waar veel beukennootjes te vinden zijn. In Nederland zou nu sprake zijn van een zogenaamd goed mastjaar, een jaar waarin bomen veel vrucht dragen. Dat trekt niet alleen kepen aan, maar is goed voor meer vogelsoorten.
Bron: Vogelbescherming