Houtsector doof voor oproep staatssecretaris
• 05-10-2006
• leestijd 2 minuten
Milieudefensie wil dat de overheid een importverbod instelt voor Birmees teak. De Nederlandse houthandelaren weigeren namelijk gehoor te geven aan de oproep, eerder deze week, van staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken) om alle activiteiten in Birma te stoppen. De houtsector gaat door met de import van teak uit Birma, terwijl deze handel gepaard gaat met grove mensenrechtenschendingen en ontbossing.
De oproep van Van Gennip aan de Vereniging voor Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) aan om niet langer handel te drijven met het verwerpelijke regime in Birma, wordt toegejuicht door Milieudefensie. ‘Het is de eerste keer dat de Nederlandse overheid echt werk maakt van het ontmoedigingsbeleid voor handel met Birma,’ aldus Danielle van Oijen van Milieudefensie.
De VVNH geeft echter geen gehoor aan de oproep en gaat door met de handel in Birmees teak. Ze redeneert ‘dat er nu eenmaal een markt is voor deze producten’. En dat terwijl de leden van de VVNH een gedragscode hebben ondertekend, waarin zij stellen alleen nog maar legaal en zoveel mogelijk duurzaam hout te verhandelen.
Milieudefensie vindt dat de overheid, na de slappe reactie van de houtsector, over moet gaan tot een importverbod van Birmees hout. Ook moet het Birmese staatsbosbedrijf (MTE) op de EU-lijst komen van staatsbedrijven waarmee handel is verboden.
Birmees teak wordt vooral gebruikt in de scheepsbouw. Groter kan de tegenstelling niet zijn, volgens Van Oijen: ‘Voor het teakhout van luxe scheepsjachten in Nederland, gaan in Birma de bossen voor de bijl en wordt een wrede junta in het zadel gehouden.’
Houtexport vormt een belangrijke inkomstenbron voor de militaire dictatuur in Birma. Volgens de EU is zo’n 377 miljoen dollar, ongeveer 15 procent van de totale waarde van Birmese export, aan hout toe te schrijven. De junta heeft een monopolie op de handel in Birmees teak en kan door deze inkomsten haar schrikbewind voortzetten. Door illegale en destructieve kap verdwijnt jaarlijks 466 000 hectare bos in Birma. Dat zijn meer dan tachtig voetbalvelden per uur. Hierdoor komt het voortbestaan van unieke dieren- en plantensoorten in gevaar.
Bron: Milieudefensie