Je hebt het in vele smaken en kleuren. Van lindehoning tot heidehoning, van wit tot donkerbruin, met als hoofdbestanddeel bloemennectar. De kwaliteit van het zoete goedje wordt bewaakt door een echte honingkeurmeester. Hoofdmeester en imker Els Voorbij van de Nederlandse commissie voor bijenproducten (
NBV
) geeft zondag een mini honing-proeverij.
Soort bloem
De smaak, geur en kleur van honing variëren naar gelang van de soort bloemen waaruit de nectar is gewonnen: er bestaan bijvoorbeeld lindehoning, lavendelhoning, rozenhoning, klaverhoning en heidehoning. Dennenhoning is een typische vorm van honingdauwhoning. Lentehoning zoals acaciahoning is meestal stroperiger door de grote hoeveelheid fructose die erin zit.
Hoeveelheid stuifmeel
Zodra de honing voor minstens 45% afkomstig is van één bepaalde bloemsoort, kan er een naam worden gegeven, zoals lavendelhoning. Dat wordt bepaald door de hoeveelheid stuifmeel in de honing te meten.
Honingkeurmeesters
bewaken de kwaliteit van de honingproductie. Ze controleren met name of de juiste verhouding van water en honing is gebruikt.
Honing komt uiteraard van de honingbij, ook wel huisbij of westelijke honingbij genoemd. De naam bij is vermoedelijk afgeleid van het Middelnederlandse woord bie, voor het eerst gebruikt in 1240.