Honderden belangstellenden voor Sneeuwvlokje

Ruim tweehonderd mensen zijn zaterdagavond een kijkje gaan nemen in de bossen van Vierhouten in de hoop het witte zwijntje Sneeuwvlokje te zien. Het diertje is wit met zwarte vlekken en wijkt dus af van zijn bruine soorgenootjes. De kans is groot dat het biggetje tijdens de jaarlijkse jacht wordt doodgeschoten.

N. Koffeman van stichting de Faunabescherming zei zaterdag dat normaal nooit meer dan drie mensen bij het wildhek naar de zwijnen staan te kijken. Toch was het de afgelopen dagen volgens Koffeman al iets drukker dan gewoonlijk. ,,Het aantal bezoekers van zaterdag is volslagen buiten alle proporties waaraan we gewend zijn'', aldus Koffeman. Sneeuwvlokje komt regelmatig op de voederplek achter het hek, zodat zijn bewonderaars hem goed kunnen zien.

Veel mensen kwamen op de fiets even een kijkje nemen. ,,Maar er waren ook mensen die met de auto van ver kwamen. Zelfs Duitsers die thuis in de krant over het zwijntje hebben gelezen, zijn komen kijken'', zegt Koffeman.

De commotie rond Sneeuwvlokje ontstond eerder deze week toen de Partij voor de Dieren (PvdD) een 'brandbief' stuurde naar Staatsbosbeheer om te voorkomen dat jagers het witte biggetje zouden afschieten om de kleur van het ras zuiver te houden.

Staatsbosbeheer liet weten het beestje geen extra bescherming te bieden. Volgens een woordvoerder worden er in juli een groot aantal zwijnen afgeschoten omdat de populatie te groot is. De kans dat Sneeuwvlokje dan zou bezwijken is volgens Staatsbosbeheer groot. ,,Hij valt erg op.''

Jachtopziener W. Kuiper in het gebied snapt de ontstane commotie niet. Op de Veluwe lopen enkele tientallen van deze zogenoemde 'bonte' zwijntjes rond, verklaart hij. ,,Ieder jachtveld heeft er wel een paar. Ook volwassen dieren.'' Wanneer de jagers deze biggen in het vizier krijgen, schieten zij die af, om een verdere groei van het aantal bonte dieren in de kudde te verhinderen. Het enige bijzondere aan Sneeuwvlokje is volgens Kuiper dat het witte biggetje dagelijks rondscharrelt op een van de voederplekken.

Bron: ANP