Hommel beschermt piepers
• 14-10-2013
• leestijd 2 minuten
Het is zo’n beetje de droom van elke wetenschapper. Je bent druk bezig met je onderzoek en dan valt je plotseling iets op. Zoiets overkwam ecoloog Albert Corporaal van Alterra. Corporaal doet onderzoek naar: Waarom wordt de ene kievitsbloem wel bestoven door hommels en de andere niet? Maar er viel hem iets op. Bestoven kievitsbloemen zijn fitter dan de rest. Ze worden minder snel ziek van de bodemschimmel Pythium. Uit een serie proeven bleek dat het de hommel is die op de een of andere manier voor bescherming zorgt.
Hoe doet die hommel dat?
De onderzoekers denken dat het een hormonale kwestie is. ‘Kievitsbloemen die worden bevrucht leven een maand langer dan de andere. Die maand is nodig voor de besvorming. Als de hommel de bloem bestuift, verandert er iets in de chemie van de bloem. Er komt een signaalstof vrij die zegt: blijf in leven, we hebben nog een maand te gaan.’ Dat signaal zorgt er kennelijk ook voor dat de defensie van de plant tegen ziektes op orde blijft. Hoe het ook werkt, het werkt. En hoogstwaarschijnlijk niet alleen bij kievitsbloemen.
Vruchtbare pieper
Samen met collega-bioloog Anton Stortelder kwam hij er achter dat de aardappel hetzelfde reageren op hommels en daardoor minder last hebben van fytoftora, de beruchte aardappelziekte. Maar de aardappel moet wel vruchtbaar zijn, anders werkt de truc niet. Daar zit meteen de reden waarom de aardappel die wij op ons bordje leggen niets aan de hommel heeft. Wij eten rassen die onvruchtbaar zijn, die geen bloemen dragen. Bloemen gaan ten koste van de aardappel. Aan bloemen moet de plant geen energie besteden.
De bescherming door hommels werkt alleen maar bij vruchtbare gewassen. Voor natuurlijke bescherming moeten we dus heel andere rassen gaan ontwikkelen. Oftewel: weg met de onvruchtbare pieper.