De ministerraad heeft op voorstel van minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ingestemd met een hogere schadeloosstelling voor de kokkelsector in verband met de gedwongen beëindiging van de kokkelvisserij in de Waddenzee.
De mechanische kokkelvisserij is per 1 januari 2005 niet langer toegestaan in de Waddenzee. De huidige manier van vissen is zonder extra maatregelen 'onvoldoende duurzaam' en draagt niet bij aan de 'ecologisch duurzame economische ontwikkeling'.
Volgens de schelpdiersector is er geen ruimte meer voor de kokkelvisserij als er meer schelpdieren moeten blijven liggen voor schelpdiereters (hogere voedselreservering) of als het aantal gesloten gebieden wordt gehandhaafd of uitgebreid.
Omdat dergelijke maatregelen worden voorzien, concludeert het kabinet dat de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee onvoldoende mogelijkheden heeft zich duurzaam te ontwikkelen.
Het kabinet past de aftrek die verband houdt met het normale ondernemersrisico niet toe op de kosten van het sociaal plan en de extra vergoeding voor kleine bedrijven. De aftrek zal ook voor het overige worden gematigd zodat het totaal bedrag aan nadeelcompensatie uitkomt op circa 85 miljoen euro netto.
Het kabinet meent hiermee alle ruimte met het oog op Europese regels op het gebied van staatssteun te hebben benut en zoveel als mogelijk te hebben voldaan aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie. In deze motie werd de regering verzocht het uitkoopbedrag zoals voorgesteld door de Adviescommissie schadebepaling kokkelvisserij over te nemen.
Het advies van de Adviescommissie schadebepaling kokkelvisserij was circa 95 miljoen euro netto. Het kabinet had op 14 oktober besloten tot een nadeelcompensatie van circa 71 miljoen euro netto.