In 1936 werden de Olympische Spelen gehouden in Duitsland, waar Hitler inmiddels aan de macht was. Die gebruikte de Spelen vooral als fascistische propaganda. Het waren de eerste spelen waarvan rechtstreeks verslag werd gedaan op tv, en het waren de eerste spelen waarvan het vuur via een estafetteloop uit Athene was gekomen.
Nederland deed mee aan deze spelen, met uitzondering van de turnbond en de krachtsportbond. Ook een paar individuele sporters bleven uit protest thuis, zoals de joodse bokser Ben Bril.
Nederland won in 1936 zes gouden medailles. Zwemster Rie Mastenbroek won er drie: één op de 100 m vrije slag, één op de 400 m vrije slag en één op de estafette, samen met Willy den Ouden, Jopie Selbach en Tini Wagner. Rie won ook nog zilver op de 100 m rugslag. Die vier medailles leverden haar de naam Keizerin van de Spelen op (De Amerikaanse sprinter Jesse Owens werd de Keizer genoemd). Een vierde gouden medaille was voor de zwemster Nida Senff, die die medaille spectaculair won door een keerpunt te missen, snel terugzwom, aantikte, toen als laatste lag en een formidabele eindsprint trok waarin ze iedereen voorbij zwom. De laatste twee gouden medailles waren voor niet-zwemmers: Arie van Vliet won de 1000 m tijdrit en Daan Kagchelland won een zeildiscipline.
De Olympische plant voor winnaars is bij uitstek de lauriertak, maar die werd door de Duitsers opzij geschoven: winnaars van een gouden medaille kregen in 1936 een eikenboompje, symbool van kracht. De boompjes waren een halve meter hoog, zaten in een pot en er zat een gebruiksaanwijzing bij. De winnaars werden geacht de boompjes mee naar huis te nemen en daar te planten. Ze kregen de eikjes overigens niet persoonlijk door Hitler overhandigd, maar door de gebruikelijke officials en bloemenmeisjes.
Er zijn in 1936 130 eikjes uitgedeeld. Daarvan zijn er wereldwijd naar schatting nog 15 stuks over, waarvan twee in Amsterdam, achter het Olympisch Stadion. Daar hebben de Nederlandse zwemsters er twee geplant, in december 1936.
Een van de beroemdste Olympische bomen is die van hardloper Jesse Owens. Die won vier gouden medailles en kreeg ook evenveel eikenboompjes. Hij plantte die bij de scholen en universiteiten waar hij gestudeerd had. Er zijn er drie verdwenen, maar eentje staat nog fier overeind: die op de James Ford Rhodes High School in Cleveland, Ohio.